Montessorischolen

In 1920 werden de herenhuizen aan de De Lairessestraat 151-159 gebouwd naar een ontwerp van de Amsterdamse architect Hijman de Jong,infoHijman Louis, Amsterdam 01-01-1882 – Auschwitz (D) 30-10-1944 (62) zoon van meubelmaker Louis de Jong. Hij werkte als timmermansleerling, uitvoerder en tekenaar bij Hein Berlage;infoHendrik Petrus, Amsterdam 21-02-1856 – Den Haag 12-08-1934 (78) later ontwierp hij als zelfstandig architect het Theater Tuschinski (Rijksmonument).infoNr. 4828
Nog voordat het huis aan de De Lairessestraat 157 was afgebouwd, werd het verbouwd tot de eerste particuliere Montessorischool voor voorbereidend en lager onderwijs. Voor deze schoolverbouwing maakte Ad Grimmon het ontwerp samen met zijn Argentinië-reisgenoot Barend van den Nieuwen Amstel jr.infoAmsterdam 31-05-1883 – Amsterdam 12-09-1957 (74) 

Schoolstrijd en Montessori-onderwijs
De Montessorischool aan de De Lairessestraat kwam tot stand tegen het einde van de Schoolstrijd, die dertig jaar had geduurd. De politiek-sociale discussie concentreerde zich op financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Ook over het onderwijs waartoe Maria Montessori,infoChiaravalle, Ancona (I) 31-08-1870 – Noordwijk 06-05-1952 (81) arts en antropologe uit Italië, een pedagogische visie had ontwikkeld en waarop het Montessori-onderwijs sindsdien is gebaseerd, hadden verhitte discussies plaatsgevonden. “Het vrijheidsbegrip, dat Montessori als grondslag voor haar systeem had gekozen, werd door velen verkeerd geïnterpreteerd: de kinderen zouden mogen doen en laten wat ze wilden, en in gedachten zag men hen al over de banken tuimelen en zich in de bomen van het schoolplein nestelen”.infoSchoolvoorbeelden (2004), p. 28
De discussie over het onderwijsbestel werd in 1917 afgesloten met een wijziging van de Grondwet, waarin openbaar en bijzonder onderwijs gelijkgesteld werden. Bijzondere scholen – zowel confessionele als Montessori- en Dalton-scholen – konden hierdoor net zoveel aanspraak maken op overheidssubsidie als openbare scholen. In de Schoolwet van 1920 werd vastgelegd dat de gemeenten de (bekostiging van) schoolgebouwen en leermiddelen voor hun rekening zouden nemen. Met de inwerkingtreding van deze wet was de bouw van openbare Montessorischolen mogelijk geworden.

Kleuterschool en proefklas
In Amsterdam toonde de gemeente zich welwillend. In 1917 werd in de nieuwe openbare school voor Voorbereidend OnderwijsinfoDe ‘kleuterschool’ bestond formeel nog niet aan de 2e Boerhaavestraat een Montessorikleuterschool ondergebracht (De Pinksterbloem); Ad Grimmon was verantwoordelijk voor het interieur. Hiernaast werd een proefklas op aan de Hasebroekstraat opgezet en in 1919 stuurde de gemeente een commissie ter oriëntatie naar Londen, waar Montessori-onderwijs reeds was ingevoerd. Bij gebrek aan deskundige leerkrachten kwam echter weinig van de grond. Daarom nam de Nederlandse Vereniging Montessorischolen in Amsterdam zelf het initiatief tot de (particuliere) school aan De Lairessestraat.infoCalis (1996), p. 28)

Verbouwing De Lairessestraat 157
Het verbouwingsplan van Grimmon en Van de Nieuwen Amstel voor de De Lairessestraat 157 ten behoeve van de Montessorischool werd persoonlijk goedgekeurd door Maria Montessori die, voordat ze zich in 1936 in Nederland zou vestigen, regelmatig in Nederland verbleef – onder meer om de nodige cursussen te geven. Tijdens haar verblijf bezocht ze de school aan de De Lairessestraat dagelijks.infoRoosebeek (2014) Ze onderhield intensief contact met Ro Joosten-Chotzen,infoRosalie, Amsterdam 29-07-1809 – Amsterdam 24-07-1983 (93) die de leiding over de school had en nauw betrokken zou blijven bij de bouw van nieuwe Montessorischolen.infoHaar zoon Albert Joosten werd, op eigen verzoek, door Montessori opgeleid als haar assistent en zou met haar werken in het Montessori-trainingscentrum in Laren. Na de oorlog zou hij zelfstandig Montessori-cursussen geven in India en de Verenigde Staten
Later, in 1930, zou de school worden uitgebreid met het naastgelegen huis op nummer 159. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog ging oud-Rijksbouwmeester Tjeerd DijkstrainfoAmsterdam 18-05-1931 er een jaar naartoe. Hij bewaart goede herinneringen aan dit ene jaar en de klas waarin hij zat. Aan het einde van het schooljaar bleek dat hij het onderwijs voor twee klassen al had gedaan, wat mogelijk was omdat in groepen in ieders eigen tempo werd gewerkt. Met als gevolg dat, hoewel hij het dubbele woonhuis met een dubbel trappenhuis een fijn schoolgebouw vond, zijn vader besloot dat hij wel een klas kon overslaan en hij naar een andere school in Amsterdam-Noord moest.infoGesprek Dijkstra, Edam, 23 december 2013
Toen het nieuwe schooljaar na de zomervakantie van 1941 net was begonnen werd in opdracht van Arthur Seyss-Inquart bekendgemaakt dat Joodse kinderen voortaan naar afzonderlijke Joodse scholen met uitsluitend Joodse docenten moesten; de bestaande scholen zouden worden ‘gesplitst’. De Montessorischool aan de De Lairessestraat werd volledig opgeheven. Er zaten voornamelijk Joodse kinderen op; negen klassen en vier docenten moesten er weg. De meeste kinderen en hun onderwijzers van de Joodse scholen in Amsterdam zijn bij de grote razzia’s in 1943 weggevoerd en vermoord.

Nieuwbouw Openbare Montessorischool
In de Marathonbuurt, die begin jaren ’20 in het kader van het stedenbouwkundig Plan Zuid van Hein Berlage werd gebouwd, was voorzien in nieuwe gemeentescholen aan het Hygiëaplein. Eind 1922 besloot de gemeente Amsterdam één van deze scholen te bestemmen voor voorbereidend onderwijs volledig gewijd “aan het onderwijs volgens de methode van de Italiaanse pedagoog dr. Montessori, een methode van vrij onderwijs dat veel volgers heeft aangetrokken.”infoHet Volk, 8 december 1922 Tot die volgers behoorden ook Floor Wibaut,infoFlorentinus Marinus, Vlissingen 23-06-1859 – Amsterdam 29-04-1936 (76) wethouder van Financiën, en zijn dochter Josina.infoMiddelburg 5-11-1890 – Laren 21-08-1934 (42)
Op de beoogde locatie voor de kleuterschool was al een gewone lagere school gepland en het budget daarvoor was al vastgesteld. Nu moest de Dienst Publieke Werkende de plannen binnen datzelfde budget aanpassen voor de nieuw te bouwen Montessori-kleuterschool.

Esthetisch voortreffelijk schetsplan
In 2014 vond ik enkele zwaar gehavende aquarellen van Grimmon en Van den Nieuwen Amstel bij het antiquariaat van Wilma Schuhmacher,infoAmsterdam, 25-02-1927 die Grimmon in de dertiger jaren had ontmoet. Schuhmacher vond ze interessant; ze gaven haar een beter beeld van Grimmon en zijn werk dan ze zich herinnerde uit haar jeugd. Maar toen was Grimmon de weg naar het modernisme, dat haar minder kon bekoren, al ingeslagen.
De veelkleurige, gedetailleerde aquarellen met als titel Schetsplan van een school voor Montessori onderwijs, waren begin jaren ’20 gemaakt, toen de Schoolstrijd in feite al was beslecht. Eén van de twee voorstellen betreft een vrijstaand, veelhoekig gebouw met verschillende buitenruimten binnen de muren. Een functionele plattegrond toont een achthoekige centrale hal met rondom lokalen en werkruimten. Een specifieke locatie is niet vermeld, maar verder onderzoek van het Archief Grimmon in 2018 doet vermoeden dat tenminste twee van de aquarellen voorstudies moeten zijn geweest voor de nieuwe school aan het Hygiëaplein. Wellicht liepen Grimmon en Van den Nieuwen Amstel vooruit op de beoogde bebouwing van de nog lege zandvlakten in Zuid.
Het commentaar dat Montessori op een van de aquarellen in het Italiaans noteerde, vertaalde Grimmon op de achterzijde ervan: “Dit plan is gemaakt volgens de gedachte van mijn methode – in verband met de omgeving – en ik vind het esthetisch voortreffelijk (in het bijzonder ook de indeling in kleine ruimtes).” Op een andere aquarel vermeldde Montessori welke afmetingen ze voor de verschillende ruimten voor ogen had.

Geen gewone school aan het Hygiëaplein 40
Montessori bleef door de jaren heen nauw betrokken bij de plannen voor ontwerp en inrichting van de nieuwe school aan het Hygiëaplein. Het werd “de eerste Montessori school in Amsterdam, in Nederland, ja zelfs in de gehele wereld, die gebouwd is volgens de ideeën van de grote Italiaanse pedagoge zelf,” constateerde schoolbestuurder Walraven Boissevain bij de opening van de school in 1925.infoMontessori Opvoeding, 23 mei 1925, p. 54
Het tijdschrift Montessori Opvoeding publiceerde een uitvoerige beschrijving van de bijzondere school, waarvan het interieur in niets deed denken aan bekende scholen.info23 mei 1925 Het gebouw had achthoekige klaslokalen en er was slechts één speellokaal; dat was, als concessie aan ‘oude’ schoolinrichtingen, zelfs een lokaal teveel omdat de bewegingsvrijheid in het gebouw aparte speellokalen overbodig maakte. Het leverde ook een flinke ruimtelijke, en daarmee financiële besparing op; het budget werd onderbesteed.
Op elk van de drie verdiepingen waren twee achthoekige lokalen van 8,5 x 8,5 m. ter weerszijden van de gang, elk met een afgesloten garderobe en een kleine kamer die daarmee in open verbinding stond. In deze kamertjes konden kinderen zich op een rustige plek terugtrekken. Elk lokaal was voorzien van toiletten in een van de hoeken, gescheiden van het lokaal door een halletje. In een van de andere hoeken waren grote kasten ingebouwd voor lesmateriaal; uit de andere, lage kasten konden kinderen zelf materiaal pakken. Ook had elk lokaal een terras of balkon en aan de buitengevel hingen grote bloembakken met bloeiende planten voor de ramen. Maar de afwijking van een reguliere school was “het grootst waar het de meubilering betreft. Geen rijen banken, maar voor elke leerling een tafeltje met stoeltje, dat zijn domein is.”infoMontessori Opvoeding, 23 mei 1925
De voorgevel toont een verre verwantschap met de structuur van het schetsplan van Grimmon en Van den Nieuwen Amstel, met ramen op kinderhoogte boven een fries van vierkante tegels ter weerszijden van de ingang onder de ramen aan de voorgevel. De gerealiseerde school bevat eveneens lage ramen met daaronder een fries, dat bestaat uit vierkanten van 10×10 cm. in afwisselend vlak en hoog reliëf. Het fries werd ontworpen door Hildo KropinfoHildebrand Lucien, Steenwijk 1884 – Amsterdam 20-08-1970 (86) en uitgevoerd door de Eerste Steenwijker Kunst Aardewerk Fabriek (ESKAF) in okergele terracotta. Het toont menselijke en dierlijke figuren zoals een aap, clown, hobbelpaard met vogel, kikker, knielende lam, koe, wandelende man, springpaard, steenbok, vogel en vos, in de typische Krop-stijl.
Bij de opening van de school noemde wethouder Polak het gebouw “een juweel van architectuur en interieurontwerp”.info22 april 1925 Het Volk noemde de opening van grote betekenis voor de geschiedenis van het Amsterdamse onderwijs. De school trok veel aandacht en werd ook bezocht door wethouders uit andere steden, zoals Rotterdam. Tegenwoordig is het gebouw in gebruik door de Europaschool.

Architecten
Niet duidelijk is, wie het gebouw uiteindelijk heeft ontworpen. De Amsterdamse Montessori Vereniging dankt Piet Kramer (gemeentelijk adviseur voor bruggen) en Barend van den Nieuwen Amstel voor hun betrokkenheid bij ontwerp en inrichting, maar mogelijk betreft dit een andere Montessorischool. Het Algemeen Handelsblad publiceerde op 14 april 1925 een foto van de school in aanbouw, met vermelding van Dick Greiner als architect.
Het gebouw is een RijksmonumentinfoNr. 527851 “wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als zeer gaaf voorbeeld, zowel qua interieur als qua exterieur, van een openbaar onderwijsgebouw, in de stijl van de Amsterdamse School, vanwege de kwaliteit van het ontwerp en als beeldbepalend onderdeel van de aaneengesloten bebouwingswand van het Hygiëaplein.” Het Archief van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed noemt Nico Lansdorp als ontwerper; andere publicaties vermelden Piet Marnette.

Patronen in Montessori-architectuur
Het Archief Grimmon droeg de gerestaureerde aquarellen van Grimmon en Van den Nieuwen Amstel op 19 september 2018 over aan de Association Montessori Internationale (AMI). Deze vereniging, opgericht door Maria Montessori, is gehuisvest in het pand aan de Koninginneweg in Amsterdam waar Montessori zelf woonde in de laatste jaren van haar leven. De overdracht vond plaats voor een internationaal publiek.
Nadat ik de tekeningen had toegelicht presenteerde de Zwitserse architect Benjamin Stähli de resultaten van zijn onderzoek Montessori Architectural Patterns. De architectuur van Montessorischolen, die hij overal ter wereld had geanalyseerd, leken niets met elkaar gemeen te hebben. Maar uiteindelijk was Stähli tot de slotsom gekomen dat een aantal ruimtelijke uitgangspunten in de verschillende ontwerpen juist grote overeenkomsten vertonen. Zo bevatten alle scholen een kleine ruimte waarin kinderen zich kunnen terugtrekken. De patronen die Stähli had herkend, zo bleek bij de AMI-bijeenkomst, kwamen wonderwel overeen met de ontwerpprincipes die spraken uit de aquarellen van Grimmon en Van den Nieuwen Amstel die Stähli tot dat moment niet kende.
Op 7 april 2019 vond het 90-jarig jubileum van AMI plaats in het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam, waar Benjamin Stähli en Steve Lawrence hun onderzoek nog eens toelichtten, en het Archief Grimmon wederom het verhaal over Grimmon’s samenwerking met Maria Montessori vertelde.

Montessori Studielokaal, Prinsengracht 151
Nadien kreeg Grimmon de opdracht voor het interieurontwerp van het Montessori Studielokaal als nieuwe afdeling bij het Nederlandsch Schoolmuseum (of Nederlandsch Museum voor Onderwijs en Opvoeding, dan wel Onderwijsmuseum) dat in 1884 was gevestigd in de Louise Bewaarschool aan de Prinsengracht 151. Meer informatie over deze opdracht is (nog) niet bekend bij het Archief Grimmon.
Het gebouw is tussen 1977 en 1981 door Sjoerd SoetersinfoNes, Ameland, 02-08-1947 verbouwd tot zeven appartementen en een kantoor van waaruit hij tot 2011 zelf werkte.

Nederlandsche Onderwijstentoonstelling Lager Onderwijs
In 1927 bestond het Nederlandsch Schoolmuseum 50 jaar. Het jubileum diende ‘op waardige wijze’ te worden herdacht maar mocht niet veel kosten: subsidies waren niet bedoeld voor het groots vieren van feest en het museum zelf had daar ook geen geld voor. Maar een tentoonstelling die dienend zou zijn aan het onderwijs moest wel kunnen. Na vele beraadslagingen over de vorm en inhoud daarvan werd besloten tot een Historische Nationale Onderwijstentoonstelling over het lager onderwijs vanaf 1800. De tentoonstelling moest niet slechts aantrekkelijk zijn voor onderwijsspecialisten, maar juist ook voor een groter publiek. Financiering werd gevonden bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de Provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Den Haag en Rotterdam; daarnaast waren er giften van onderwijsverenigingen, schoolverenigingen en particulieren. Dat ook nog entree werd geheven riep wel kritische reacties op.
De gemeente Amsterdam had vijf zalen in het Stedelijk Museum ter beschikking gesteld. Voor de opbouw schakelde het bestuur van het Nederlandsch Schoolmuseum Ad Grimmon in, die “het architectonische deel van de expositie op zulk uitstekende wijze heeft verzorgd” dat hij hiermee veel lof oogstte.infoVan der Esch, 1927, p.9
Wellicht werd Grimmon betrokken vanuit zijn functie bij de gemeente, waarbij hij eerder ontwerpen maakte voor tentoonstellingen in het Stedelijk Museum, en/of zijn rol bij het Montessori Studielokaal in het Nederlandsch Schoolmuseum aan de Prinsengracht. Daarbij was zowel Ro Joosten-Chotzen betrokken (met wie Grimmon had samengewerkt aan de Montessorischool aan de De Lairessestraat) als J van der Esch (de directeur van het Schoolmuseum, die de leiding had voor de organisatie van de expositie).
De tentoonstelling was vanuit vele invalshoeken samengesteld en bevatte onder meer de nieuwste schoolmeubelen. Vanwege de aantrekkelijke meubelen en de smaakvolle aankleding trok vooral het Montessori lokaal veel aandacht. Ro Joosten-Chotzen was één van de vele, direct betrokkenen bij het onderwijs die de bezoekers informatie verstrekten; dat droeg in hoge mate bij aan de levendigheid en het succes van de tentoonstelling. Vanwege de grote belangstelling  werd op 18 september, daags na de formele sluiting, alsnog de gelegenheid geboden om de tentoonstelling te bekijken. Er waren ruim 6000 bezoekers, dat was meer dan waarop was gehoopt.infoVan der Esch, 1927

© Archief Grimmon

 

Print Friendly, PDF & Email