Wij architecten moeten niet voor ons plezier aan het ontwerpen slaan

Het tijdschrift Het Binnenhuis publiceerde een interview met Ad Grimmon. “De leken moeten gaan voelen, zo zei de kunstenaar mij,” schreef journalist “v.d. E.” die het gesprek met Grimmon optekende, “dat er geen kunst met een grote K aan te pas komt om een kamer goed in te richten. Wij architecten moeten niet voor ons plezier aan het ontwerpen slaan. Een kamer goed maken is eigenlijk een doodgewone zaak, als je er tenminste voor geboren bent om het te doen. Als ik bij de mensen kom dan neem ik het lelijke weg, ik geef eenvoudige oplossingen voor de vertrekken en als de bewoners dan met smaak hun gebruiksdingen er in brengen, dan hebben ze een gezellig interieur, waar niets vloekt tegen een opgedrongen kunstenaars-rhytme”.

Bij het interview, gepubliceerd in het najaar van 1927, verschenen enkele foto’s van Grimmon’s interieurontwerpen, waaronder dat van het hierboven afgebeelde “Ineenlopende slaap- en toiletkabinetten te Amsterdam. Arch. A.M. Grimmon“. De ontwerpen op de foto’s bij het interview moeten dateren uit eerder jaren.
Onderstaande “Ontvangkamer v.d. Directeur v.d. Gem. Geneeskundigen Dienst te Amsterdam. Arch A.M. Grimmon” maakt deel uit van het nieuwe hoofdgebouw voor de GGD waartoe de gemeenteraad in 1921 besloot. Als locatie hiervoor werd gekozen voor de Nieuwe Achtergracht 100, de plek waar vroeger de bierbrouwerij Het Haantje had gestaan. Na de sloop van deze brouwerij kon men in 1922 met de bouw beginnen.



© Archief Grimmon, 12 maart
2018

 

Print Friendly, PDF & Email