Toen Marrigje VarsseveldVreeswijk (nu Nieuwegein) 26-06-1884 -? uit Vreeswijk in 1904 ruim twee maanden zwanger was trouwde
Vreeswijk 12-08-1904, Utrechts archief, 463 Burgerlijke stand, registers 1903-1942, inv. nr 506, akte nr. 4 ze met de smid Andries van Dijk
Andries Cornelis, Vianen 03-11-1882 – ? uit Vianen. Na het huwelijk bleef ze twee maanden bij haar zus aan de Ceintuurbaan in Amsterdam wonen voordat ze introk aan de Kaatsbaan B146 in Maarssen, die Andries in de tussentijd had gehuurd. In dit pand, waar meer families woonden, werd hun dochter Joop van Dijk
Johanna Lijsabeth, Maarssen 31-05-1905 – Amsterdam 01-12-1993 (88) in mei 1905 geboren.
Van Den Haag naar De Bilt
Drie maanden later verhuisde het gezin naar Den Haag, waar Joops vader werk vond als rijtuigsmid en chauffeur voor Jan Bootz,Johannes Georgius Henricus Antonius, Amsterdam 17-05-1853 – De Bilt 18-02-1929 (75), begraven in Parijs (F) 30-04-1929 likeurstoker en eigenaar van het Amsterdamse proeflokaal De Drie Fleschjes. Bootz zou aan de Koningskade 17 in Den Haag hebben gewoond. De familie Van Dijk vond woonruimte aan de Z.O Oranjebuitensingel 110-D.
Gezinskaart D52.F115, gemeentearchief Den Haag; op deze locatie staat nu het ministerie van OCW Op dit adres werden de zus en broers van Joop geboren, Martha,
Martha, Den Haag 14-01-1907 – ? 1947 (52) Jan Maarten
Jan Maarten, Den Haag 15-09-1908 – ? en Dries.
Andries Cornelis jr., Den Haag 30-05-1910 – ? In 1915 verhuisde de familie Van Dijk naar De Bilt en woonde er tijdelijk aan de Soestdijkerweg 11 in een vermoedelijk bijgebouw van de kapitale Villa Marijland aan de (huidige) Soestdijkseweg Zuid 13, waar Jan Bootz inmiddels met zijn gezin en drie zussen was gaan wonen.
Jagtlust
De Bilt was aan het begin van de 20e eeuw flink in ontwikkeling. In 1863 was op enkele kilometers lopen vanaf het dorp De Bilt een treinstation gebouwd; dat was een voorwaarde van de eigenaar van landgoed Jagtlust bij verkoop van het land waarover het treinspoor Utrecht-Amersfoort zou worden aangelegd. In de loop der jaren nam het aantal treinen op deze lijn toe en gingen steeds meer mensen dichter bij het station wonen. De gunstig gelegen locatie in combinatie met de relatief goedkope grond en de ‘frisse omgeving’ leidde rond 1900 tot de oprichting van het Utrechtse projectontwikkelingsbedrijf NV Maatschappij tot Exploitatie van Bouwterreinen aan Station De Bilt. Aannemer en steenfabrikant Leendert WesterhoutLeendert Hubertus, Utrecht 21-01-1862 – Utrecht 07-04-1940 (78) uit Utrecht, een van de oprichters, werd directeur. Hij kocht gronden van Jagtlust, deed de eerste bouwaanvragen voor het nieuwe Villapark Vogelzang en ontwikkelde er villa’s voor onder meer gepensioneerde planters die terugkwamen uit Nederlands Indië en die in het groen wilden wonen, huizen zoals de villa’s aan de Soestdijkseweg-Zuid. Eén daarvan, villa Adriana op nummer 263 (1901) vernoemde Westerhout naar zijn echtgenote Adriana Florie.
Vianen 10-05-1857 – Utrecht 11-02-1927 (69) Het nieuwe dorp dat hier aldus rond 1900 ontstond, werd evenals het inmiddels nieuwe station vanaf 1917 Bilthoven genoemd.
Jeanne Westerhout, kleindochter van Leendert Westerhout en Adriana Florie, zou later met Joops broer Dries trouwen.
Garage Nestor
Vanaf 16 oktober 1915 woonde de familie Van Dijk in een bovenwoning aan de Lijsterlaan 1 in (toen nog) De Bilt.Gezinskaart 2374, gemeente De Bilt; nu Julianalaan 25, Bilthoven; hier zijn de Emmausgangers gevestigd Van Dijk werd full time chauffeur en reisde met Bootz door heel Europa. In 1920 was hij automonteur in Garage Nestor die door de NV Biltsche Bouw- en Bouwgrondmaatschappij onder zijn woonetage was gebouwd. Een paar jaar later verliet Joop het ouderlijk huis met ruzie. Ze ging op haar 19de aan de Spuistraat 274-II in Amsterdam wonen en kwam na een half jaar weer thuis. Weer een half jaar later verhuisde de familie naar Groenekan in Maartensdijk (waar Van Dijk mogelijk een fietsenwinkel had) en vervolgens weer terug naar Bilthoven, naar de Konijnenlaan 36 in de nieuwe wijk Tuindorp (waar Van Dijk wederom als automonteur werkte). Deze woning stond in een straat van 30 huurwoningen die de Algemeene Biltsche Woningbouwvereniging in 1921 had gebouwd. De huizen hadden een eigen beerput, een zinkput voor het keukenwater en een droog closet, dus zonder waterspoeling. De huur bedroeg 4,25 tot 8 gulden per week.
Samenwonen
Hiervandaan vertrok Joop naar de Regentesselaan 9 in Amersfoort. In 1927 ging ze, 22 jaar oud, met een vriend naar Parijs en keerde daarna opnieuw terug naar Bilthoven.Rob van Dijk, 10 juli en 26 september 2013. In de familie gaat het verhaal dat deze vriend componist Willem Pijper zou zijn geweest; hiervoor zijn geen bronnen gevonden
Het is niet ondenkbaar dat Ad Grimmon Joop na haar terugkomst heeft ontmoet in Bilthoven, waar hij toen in Villa El Rancho woonde. Joop was in deze jaren dienstbode,Stadsarchief Amsterdam, Archiefkaarten 1939-1994, nr A05907-0274-0037 misschien werkte ze in El Rancho, of misschien kwam Grimmon bij Garage Nestor; hij bezat immers al zeer vroeg een auto.
Joop schreef zich vanaf februari 1930 in het bevolkingsregister van de gemeente Amsterdam in. Ze woonde aanvankelijk op verschillende adressen en mogelijk bij Ad Grimmon, die al in augustus 1927 weer naar Amsterdam was teruggekeerd. In ieder geval woonden zij in 1934 samen in het huis aan de Vondelstraat 98 huis. Grimmon’s echtgenote Toos BrondgeestCatharina Gertruda Maria, Den Haag 24-01-1888 – Castricum 31-08-1983 (95) en hun twee zoons waren inmiddels uit dit huis, en uit Amsterdam, vertrokken. Hun huwelijk werd pas eind 1938 ontbonden. Een half jaar daarna trouwden Ad Grimmon en Joop van Dijk, wellicht in de Trouwkamer Eerste Klasse in Amsterdam die onder Grimmons leiding tot stand was gekomen. Toen woonden zij al een jaar in een voormalige school aan het Molenpad, die ze tot woonhuis en werkruimte hadden verbouwd, en waar ze beiden tot hun dood zouden blijven wonen.
Interieur Watteaustraat
In 1932 vermeldde Elisabeth RoggeElisabeth Margaretha, Moordrecht 08-01-1858 – Amsterdam 05-01-1945 (86) Joop van Dijk in De Vrouw en haar Huis als medeontwerper van Grimmon bij het interieur van een flatwoning in de Amsterdamse Watteaustraat.
Rogge (1932) Joop noemde zich later ook zelf binnenhuisarchitecte; dit staat als haar beroep vermeld in het Amsterdamse bevolkingsregister. Ze had er geen opleiding voor; ze was er door Grimmon in meegegroeid. Veel later was ze betrokken bij de restauratie van het Rembrandthuis, maar dat was boven haar macht; ze trok zich terug uit het project.
Rob van Dijk, 10 juli en 23 september 2013 Familie van Joop herinnert zich haar als creatief, inspirerend en eigenzinnig. Al kort na de oorlog bezat ze, zeer ongebruikelijk voor vrouwen in die tijd, een rijbewijs.
Ad Grimmon overleed op 1 juni 1953 onverwacht aan het Molenpad; Joop stierf er 40 jaar later even onverwacht; ze was meer 20 jaar jonger dan Grimmon en zou bijna 20 jaar ouder worden.
© Archief Grimmon