Circus Kavaljos

In de koffer met documenten van Ad Grimmon, die ik in 2014 bij het antiquariaat van Wilma Schuhmacher had gevonden, trof ik een foto aan met de tekst ‘Circus Kavaljos’, in grote letters boven een doorgang waarachter wellicht een circus kan worden vermoed. Alle verdere informatie ontbrak. In de loop der jaren vond ik hier en daar wat kleine berichten in oude kranten. Die eerste, intrigerende informatie deed vermoeden dat er achter het Circus Kavaljos een groter verhaal schuilgaat.

Paardenliefhebbers
In januari 1936 nam een aantal Amsterdamse industriëlen het initiatief tot een inzamelingsactie voor twee zeer verschillende goede doelen: voor het Nederlandse Rode Kruis, dat een hulpactie had opgezet voor Abessinië (het huidige Ethiopië), waar Mussolini een inval had gedaan, en voor Maatschappij Apollo, een fonds voor oude acteurs.infoVlissingse Courant, 21 januari 1936
De initiatiefnemers, allen paardenliefhebbers, wilden hiernaast ook belangstelling wekken voor het fenomeen circus. Ze brachten geld bijeen om een klein tijdelijk paardencircus, ofwel Circus Kavaljos, te laten bouwen op het achtererf van de Hollandsche Manege aan de Vondelstraat 140. Deze manege werd in 1880 ontworpen door Dolf van Gendt,infoAdolf Leonard, Alkmaar 18-04-1835 – Alkmaar 28-04-1901 (66) en is nog steeds als zodanig in gebruik. Het gebouw werd een Rijksmonument in 1974.infoNr. 5908
Indertijd werd de Hollandsche Manege, inclusief paarden, regelmatig afgehuurd door de steenrijke eigenzinnige ondernemer en paardenliefhebber Bernard van Leer,infoAmersfoort 27-12-1883 – Den Haag 06-01-1958 (73) wiens carrière in de jaren ’20 een vlucht had genomen met de fabricage van ijzeren vaten. Tegen deze concurrentie waren fabrieken zoals de oude kuiperij Kiesouw aan de Bloemgracht. Daar maakte mijn eigen grootvader Jan Jansen, nog altijd kuipen en vaten van hout; hij was de vierde generatie meester kuipers in de familie. Maar Kiesouw was niet tegen de concurrentie opgewassen en moest in de crisisjaren definitief sluiten. 

Ontwerpopdracht
Het ontwerp voor het tijdelijke circus werd opgedragen aan Ad Grimmon en Piet Grossouw.infoPieter Hermanus, 1890-1957 (67) Niet ondenkbaar is dat Grimmon ook deze opdracht te danken had aan Soesman Konijn, voor wie hij eerder diens woonhuis aan de De Lairessestraat had ingericht; recenter leverde hij ontwerpen op voor Joodse ziekenhuizen in Amsterdam en Apeldoorn, waaraan Konijn als bestuurder was verbonden.
Soesman Konijn moet Bé van Leer, zoals hij werd genoemd, persoonlijk hebben gekend. Van Leer woonde in de tijd van het circus niet ver van de familie Konijn, aan de Waldeck Pyrmontlaan 19. Het is niet uitgesloten dat zijn moeder Cato Van Leer-Kalker verwant was aan Max Kalker – die zich nog geen twee jaar later verloven met Konijns dochter Martha.
Bij het ontwerp voor Circus Kavaljos, in januari 1936, betrok Grimmon ook zijn vriend, de beeldhouwer John Rädecker,infoGooi en Eemlander 1 februari 1936 net zoals hij dat twintig jaar eerder had gedaan bij de opdracht voor het woonhuis van de familie Konijn.

Rijk en toch eenvoudig
Verborgen op de binnenplaats van de manege hadden de architecten “kans gezien een saloncircus met eigen stallen op te bouwen, rijk en toch eenvoudig in wit, blauw en zilver”.infoLeeuwarder Nieuwsblad, 27 januari 1936 en 30 januari 1936 Vele kranten beschreven het sprookjesachtige interieur, dat te bereiken was via een witte gang waarin schilderijen hingen met circustaferelen evenals vier paardenfiguren van gips, gegoten naar een beeld van Räedecker.
Het circus bracht vier avondvoorstellingen voor een publiek van 300 bezoekers. Het programma bevatte rij- en dressuurnummers, er was ruimte voor acht paarden in galop. Voor het eerst in Nederland traden de organiserende chevaliers d’industrie ook zelf als ruiters of amazones op. Ofwel, het inschakelen van min of meer bekende Nederlanders bleek een goede manier om fondsen te werven. Bij de opening op 25 januari 1936 zat de Amsterdamse elite in avondkleding en rijkostuums op de voorste rijen rond de grote piste met zand en zaagsel. Wegens groot succes werd een maand na de eerste reeks voorstellingen, een tweede serie optredens geprogrammeerd in Amsterdam, van 7 tot en met 15 maart 1936. Ook van dit programma werden de opbrengsten geschonken aan goede doelen.

Vennootschap
Van Leer moet enthousiast geweest zijn over het tijdelijke circus en de mogelijkheden die dit bood om geld in te zamelen voor goede doelen. Op 1 september 1936 formaliseerde hij het circus concept in de oprichting van de vennootschap Circus Kavaljos, die een circusbedrijf zou gaan exploiteren. Het reizende Circus Kavaljos, Het Circus der Amateurs gaf op verschillende plaatsen voorstellingen waarmee fondsen werden geworven; aanvankelijk alleen in Nederland, zoals in Den Haag, en later ook daarbuiten.
De verpakkingsfabriek van Van Leer, die inmiddels in Vreeland was gevestigd, groeide na de oorlog uit tot de beursgenoteerde multinational Koninklijke Van Leer Emballage. In 1949 richtte Van Leer een fonds op dat ook nu nog actief is. De Bernard van Leer Foundation richt zich wereldwijd op kinderen in achterstandssituaties.

Archief
In 2015 vergaarde het Archief Grimmon de eerste informatie over Circus Kavaljos. Vijf jaar verscheen de blog 1941: Met een circus op reis op de website van het Allard Pierson Museum. De tekst was gebaseerd op het archief van Circus Kavaljos, dat eerder deel uitmaakte van de Bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, die inmiddels was overgedragen aan het archief van het Allard Pierson Museum. Daar is het archief van het circus opgenomen in de theatercollectie.

© Archief Grimmon

 

Print Friendly, PDF & Email