Grimmon was 56 jaar oud toen de oorlog uitbrak. Net als veel van zijn vakgenoten had hij geen werk, dat was er nauwelijks. Hij meldde zich op 25 februari 1941 aan als lid van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA);Grimmon (1941) met Villa Weil en Polak Frutal Works had hij inmiddels immers architectuuropdrachten uitgevoerd. Vervolgens richtte hij zich op de publicatie van artikelen over moderne architectuur in Bouwkundig Weekblad die hij illustreerde met eigen ontwerpen;Grimmon (1941), nr. 36 en nr. 48; (1942) Eva BesnyöEva Marianna, Boedapest (H), 29-04-1910 – Laren 12-12-2003 (93) maakte de foto’s.
Eereraad voor Cultuur
In zijn artikel over het ontwerp voor Frutal Works schreef hij: “Niet in het minste een streven naar heroïek, geen ‘Dome der Arbeit’, geen verspilde kracht. Alles afgewogen, formeel-koel, beheerst, klassiek van houding. Betonskelet zorgt voor schematische eenvoud, vullingen van gepleisterde baksteen brengen meer wanden dan muren. Door het onzichtbaar houden van de technische samenstelling in wezen een bekledingsarchitectuur met mooie materialen in fijne kleuren. Een architectuurrichting die vaag verband houdt met vroegere en andere uitvindingen, herinneringen, dooréénvlechtingen, oude Italianen, Puvis de Chavannes, pleisterarchitectuur van moderne Duitsers: onbewogen ook, in de sociale golven. Een architectuur van genietend proeven.”Grimmon (1941), nr. 36
Deze tekst, die werd gepubliceerd tijdens de Duitse bezetting, riep bij mij vragen op over Grimmons houding in de oorlog. Zijn naam bleek voor te komen in een vonnis van de Eereraad voor Cultuur, die in 1945 het gedrag van kunstenaars tijdens de Duitse bezetting doorlichtte. Enkele maanden nadat Grimmon zich had aangemeld als lid van de BNA brachten de Duitsers de BNA als geheel bij de Nederlandsche Kultuurkamer onder, die in 1942 werd opgericht.Wendt (Rotterdam 2008). Een Duitse verordening uit september 1940 bepaalde gelijkschakeling en arisering van het verenigingsleven. Daar trokken de verenigingen zich aanvankelijk weinig van aan. Een jaar later, oktober 1941, werd het lidmaatschap voor joden verboden. Daarop ging studentenverenigingen over tot ontbinding. Grimmon heeft zich nooit aangemeld voor de Kultuurkamer, maar hij en zestig collega’s zegden hun BNA-lidmaatschap niet op, waardoor zij op indirecte wijze toch lid van de Kultuurkamer werden. Na de oorlog werden zij berispt voor hun passieve gedrag.Stukken houdende opgaven van de door de Eereraad behandelde zaken en vonnissen 1945-1946, Ministerie van O&W, Archief van de Ereraden en de Ereraad voor de Kunst, Periode 1939, 1945-1952, Nationaal Archief, inv. nr. 2.14.46 13. De Lijst Mieras onderscheidt acht categorieën van vergrijpen; het lichtste wordt genoemd onder Onderdeel a en betreft het niet bedanken lidmaatschap bna c.q. voortgezette betaling contributie. Het persbericht dat werd gepubliceerd in de Nederlandse dagbladen die na de oorlog mochten verschijnen luidde: De Eereraad, ingesteld door den chef van het Militair gezag, heeft kennis genomen van wat er alzoo voor correspondentie is gevoerd in den door de Duitsers geleiden Bond van Architecten. Daaruit is gebleken, dat het overgrote deel de juiste houding heeft aangenomen en bedankt hebben, maar daarnaast zijn er 61 architecten geweest, die de vijandelijke organisaties hebben gesteund door het betalen van contributie. De Eereraad meent de namen der gefaald hebbende architecten te moeten publiceren en gaat over tot de orde van de dag. Deze zijn.. Dan volgen alsnog de 61 namen. Deze worden gepubliceerd in berichten van ANP, 7 augustus 1945, Het Parool, 8 augustus 1945, Nieuwe Leidsche Courant, 9 augustus 1945, Het Vrije Volk, 10 augustus 1945
Het vonnis bevat een aantal bekende namen, van onder meer de architecten Marius Duintjer,Marius Frans, Veendam 22-12-1908 – Amsterdam 02-05-1983 (74)Sam van Embden,Samuel Josua Amsterdam 13-10-1904 – Bladel 20-09-2000 (95)Jan Gratama,Groningen 17-08-1877 – Amsterdam 12-12-1947 (70) Chris van der Tak,Christinus Bonifacius, Rotterdam 17 augustus 1900 – Oosterbeek, 07-03-1977 (76) Sybold van RavesteynSijbold, Rotterdam 18-02-1889 – Laren NH 23-11-1983 (94) en, zeer pijnlijk, Chris Lebeau.Joris Johannes Christiaan, Amsterdam 26-05-1878 – Dachau (D) 02-04-1945 (66) Lebeau, met wie Grimmon aan de Amsterdamse Trouwkamer had gewerkt, was actief in het verzet. Hij was in 1943 opgepakt en stierf in april 1945 in Dachau, vier maanden voordat de Eereraad zijn uitspraak deed.
Goed of fout
Ik besprak mijn vragen met Wilma Schuhmacher,Amsterdam 1927 koerierster in de oorlog. Ze had Grimmon meermaals ontmoet bij de familie Polak in de Amersfoortse Villa Grasheuvel. Schuhmacher herinnerde zich Grimmon goed. Voor de gang van zaken bij de Eereraad voor Cultuur verwees ze naar het proefschrift van Claartje Wesselink over kunstenaars tijdens de oorlog, dat ten tijde van ons gesprek nog niet was gepubliceerd.Wesselink (2014)
“Toen zijn artikel over de fabriek van Polak in 1941 werd gepubliceerd, dachten veel mensen nog dat bezetter en bezetting mee zouden vallen”, aldus Schuhmacher. “Samenwerking met de Duitsers werd door de Nederlandsche Unie gepropageerd. De Nederlandsche Unie was een initiatief van onder meer Jan de Quay,Jan Eduard, s-Hertogenbosch 26-08-1901 – Beers 07-07-1984 (83) die na de oorlog toch minister-president kon worden. [..] “Je werd lid van de Kultuurkamer, Kultuurkammer zeiden wij. Dat moest. Een schilder kon wel schilderen, maar als je weigerde mocht je niet exposeren. Een architect mocht niet bouwen. Bouwen en toneelspelen kon niet als je daar geen lid van was. Schrijven wel, schrijvers ondertekenden niet, maar ze waren meestal wél fout. Of iemand lid was van de Kultuurkamer zegt niets over of iemand goed of fout was.”Gesprek Schuhmacher, 21 februari 2014 “Het rare bij Grimmon is die zin over de toekomst. Misschien had hij boter op zijn hoofd. Maar hij had natuurlijk ook die correspondentie met Ostwald.” Daarmee doelde Schuhmacher op contacten van Grimmon over moderne ontwikkelingen in architectuur en vormgeving in het vooroorlogse Duitsland. “Grimmons houding kun je op zijn hoogst wat slap noemen. En, met nadruk weggaan uit zo’n organisatie [BNA] bracht risico’s met zich mee, of die nu meer op vrees dan op realiteit berustten, is irrelevant.”Correspondentie Schuhmacher, 24 februari 2014
In 1942, het jaar dat de deportaties op gang kwamen, verscheen het derde artikel van Grimmon in het Bouwkundig Weekblad, over zijn verbouwing van Modehuis Hirsch aan het Leidseplein. Bij Hirsch was na deze verbouwing een beheerder aangesteld; de Joodse directie was gedwongen te vertrekken. Al in mei 1941 stierf directeur Arnold KahnBernard Arnold, Amsterdam 27-02-1886 – Buchenwald (D) 29-05-1941 (55) in Buchenwald; het Joodsche Weekblad had op 6 juni 1941 een rouwadvertentie gepubliceerd; ruim een half jaar voordat Grimmons artikel over de verbouwing verscheen.
Schuhmacher wees er op dat de productie van een tijdschrift indertijd veel tijd in beslag nam. Ze voegde hier aan toe: “In 1941 was de Engelse overwinning ook lang niet zeker, en Grimmon heeft dat artikel duidelijk eerder dan de publicatiedatum geschreven, hij ging dus mee met de rest. Extra kwalijk moet men dat niet vinden.”Correspondentie Schuhmacher, 24 februari 2014
Fien de la Mar
Sommigen spraken zich wel uit, zoals actrice Fien de la Mar,Josephina Johanna; geboren Klopper), Amsterdam, 02-02-1898 – Amsterdam 23-04-1965 (67) een goede bekende van Grimmon. Ze was half Joods en mocht daarom aanvankelijk blijven optreden; toen zij later toch lid van de Kultuurkamer moest worden weigerde ze dat openlijk. John Rädecker,Johannes Anton, Amsterdam 05-09-1885 – Amsterdam 12-01-1956 (70) met wie Grimmon zijn leven lang bevriend was en met wie hij ook zijn hele leven samenwerkte, was eveneens fel anti-fascist. In 1947 zouden Fien de la Mar en haar echtgenoot Piet Grossouw – met wie Grimmon eerder het Circus Kavaljos maakte – aan Grimmon de opdracht geven voor het interieurontwerp van hun Theater DeLaMar.
Bijzonder Gerechtshof
David Keuning doet onderzoek naar de houding van architecten tijdens de Tweede Wereldoorlog.Keuning (2014) Uit het BNA Archief kwam naar voren dat de Eereraad Grimmon had verboden om tot 1 januari 1948 lid te zijn van een beroepsvereniging en om te publiceren over zijn vakgebied; hij was lid geweest van het Technisch Gilde.Gesprek 24 juli 2015, Amsterdam
Keuning vond een dun dossier van Grimmon bij het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging waaruit blijkt dat Grimmon zich enkele jaren later, in 1948, moest verantwoorden voor zijn lidmaatschap van het Technisch Gilde en voor het feit dat hij nog bij Hirsch werkte terwijl daar al een Duitse Verwalter was aangesteld.
Het Bijzondere Gerechtshof Amsterdam stelde op 21 mei 1948 een proces verbaal op waarin Grimmon verklaarde dat zijn voormalige echtgenote Toos BrondgeestCatharina Gertruda Maria, Den Haag 24-01-1888 – Castricum 31-08-1983 (95) en hun zoons FloorFlorent, Amsterdam 03-06-1921 – Augenblae (Schotland) 21-07-1948 (27) en Rodo,Rodomont Vincent, Amsterdam 07-11-1925 – San Diego (VS) 2006 (93) toen 18 en 15 jaar oud, in België waren toen de oorlog uitbrak.Zij woonden tenminste vanaf 10 oktober 1938 in Luik In 1942 hoorde hij dat ze in Stuttgart, Duitsland zouden zijn,Op de aangifte van overlijden van Florent Grimmon, 21 juli 1948 om 07.15 uur, die de gemeente Augenblae, graafschap Kincardine, Schotland, aan de gemeente Den Haag toestuurde, en die er in het register van de Burgerlijke stand op 1 september 1948 werd ingeschreven onder nr. A 1696, staat dat Toos op de datum van overlijden van Floor, dus zes jaar nadat Ad Grimmon de familie zocht, in Stuttgart, Duitsland woonde. Dit komt niet overeen met de woonplaats van Toos zoals vermeld in het Amsterdamse bevolkingsregister maar alle pogingen om hen te vinden mislukten. “Ten einde raad heb ik toen een poging aangewend om als architect naar de Oost Compagnie te komen en dan zodoende met mijn twee zoons in contact te komen.” Hiertoe schreef hij een brief naar deze nationaalsocialistische organisatie in Den Haag, maar toen hij werd verwezen naar de Rijkscommissaris voor de Oekraïne in Rowno (Rivne) ondernam hij geen verdere actie.
Hirsch
Het werk bij Hirsch deed Grimmon op verzoek van de directie en van procuratiehouder Moisius Vogels.Moisius Willem Anthonius, Heemstede ? – ? Er was al wel een Duitse Verwalter aangesteld en er werkten NSB-ers, die druk op Grimmon uitoefenden om lid te worden van de NSB (wat hij niet deed) en van het Technisch Gilde (waartoe hij een formulier tekende omdat hij geen ander werk had; hij betaalde geen contributie). Toen medio 1943 een fanatiek nationaalsocialist werd aangesteld die Grimmon wilde verplichten alsnog lid van de NSB te worden nam hij ontslag. De rechtbank constateerde dat Grimmons naam inderdaad niet op de ledenlijst van de NSB voorkwam en Barend van den Nieuwen Amstel,Amsterdam 31-05-1883 – Amsterdam 12-09-1957 (74) Grimmons collega en vriend, met wie hij jaren eerder naar Argentinië was gereisd en met Maria Montessori had gewerkt, verklaarde dat een dergelijk lidmaatschap hem ook niet bekend was.
Vogels verklaarde dat de Duitsers na vordering van Hirsch, het gebouw wilden verbouwen. Daarop had de directie van Hirsch aan Grimmon gevraagd om aan te blijven, zodat hij de vernielingen van het gebouw zoveel kon mogelijk tegengaan en de verbouwingen tot een minimum kon beperken.Proces verbaal 20 mei 1948.
Grimmon sprak rustig, constateerde de procureur-fiscaal die het proces verbaal opstelde; hij had wel ‘trekking in zijn gezicht’. Gedoeld werd wellicht op de verlamming in een van zijn mondhoeken, mogelijk een gevolg van de operatie die hij in 1939 had ondergaan.
Emigratie
Het is niet duidelijk of Toos met de kinderen in Stuttgart is geweest; ook niet duidelijk is in hoeverre Grimmon na de oorlog contact met hen heeft gehad. Het Bevolkingsregister van Amsterdam vermeldt dat Toos in 1938 inderdaad in België woonde, maar ook dat zij in 1939 korte tijd terug was in Amsterdam, waar ze kort stond ingeschreven aan de Volkerakstraat 29. Van daaruit reisde zij in mei – misschien met behulp van haar broers – via Nederlands Indië naar Canada.Bevolkingsregister Amsterdam A05907_0327_1461
Het proces verbaal werd opgesteld toen Grimmons oudste zoon Floor,Florent, Amsterdam 03-06-1921 – Augenblae (VK) 21-07-1948 (27) die in de oorlog vanuit Australië actief was voor de luchtmacht, weer terug was in Nederland, getrouwd met een Joods meisje en net vader van een dochter.
Twee maanden nadat Grimmon zijn verklaring voor de rechtbank aflegde zou Floor door een vliegtuigongeluk om het leven komen; vier maanden na zijn dood berichtte de rechtbank aan Ad Grimmon geen verdere vervolging te overwegen.Brief Procureur-Fiscaal van het Bijzondere Gerechtshof van de PRA, 2 november 1948 In hetzelfde jaar emigreerden zijn schoondochter met kleinkind naar Amerika; zijn enige nog levende zoon Rodo was met Toos in Canada gebleven. Waarschijnlijk heeft Ad Grimmon hen nooit meer gezien. Andere nakomelingen had hij niet.
Joodse opdrachtgevers
In de directe omgeving van Grimmon, evident geen antisemiet, voltrokken zich tijdens de oorlog tal van ingrijpende gebeurtenissen. Een aantal van zijn Joodse opdrachtgevers stierf in een concentratiekamp, anderen lukte het om te vluchten; sommigen van hen kwamen nooit meer terug in Nederland.
Soesman KonijnAmsterdam 26-03-1875 – Bergen Belsen (D) 28-01-1945 (69) en Julie Konijn-PrinsDinxperlo 06-07-1883 – Bergen Belsen (D) 23-02-1945 (61) uit de De Lairessestraat in Amsterdam stierven in Bergen-Belsen; hun dochter Martha Kalker-KonijnMartha Frederika, Amsterdam 19 januari 1909 – Auschwitz (juli ?) 1943 (34-36) en haar man Max Kalker in Auschwitz.Amsterdam 5 november 1905 – Auschwitz (juli ?) 1943 (37-39) Maurits van den BerghOss 03-05-1881 – Bergen-Belsen 06-03-1945 (54) stierf in Bergen-Belsen, zijn dochter Millie Poons-Van den BerghMilie, Rotterdam 21-10-1916 – Sobibor 09-07-1943 (26) en haar man Siegfried PoonsDen Haag 17-05-1915 – Sobibor 09-07-1943 (28) in Sobibor. Zij waren de vader, zus en zwager van Siegfried van den BerghRotterdam 06-01-1912 – Bussum 28-03-2000 (88) uit de Nicolaas Maesstraat, die evenals zijn vrouw Hanneke van den Bergh-GompenHenriëtte, Amsterdam 13-03-1911 – Bussum 04-02-2005 (93) de concentratiekampen heeft overleefd. Zijn schoonmoeder Rosalie Gompen-KeizerVenlo 18-03-1881 – 17-09-1943 Auschwitz (62) en haar zoon Bob Gompen,Gustave Robert, Robert, Amsterdam 22-05-1913 – Auschwitz 19-09-1942 (29) zwager van Siegfried van de Bergh, overleden in Auschwitz.
Max Weil,Straatsburg (D) 10-09-1882 – New York (VS) 23-10-1943 (61)die na de Kristallnacht in 1938 vanuit Tilburg actief hulp bood aan Joodse vluchtelingen uit Duitsland, slaagde er met zijn vrouw Jeanne OppenheimerLingelsheim (D) 29-04-1895 – New York (VS) ? in om vanuit de Tilburgse Villa Weil via Engeland naar New York te ontkomen, maar Henri GersonsTilburg 08-11-1890 – Bergen Belsen (D) 15-01-1945 (55) die ook bij de hulporganisatie was betrokken stierf in Bergen-Belsen.
Louis PolakAmsterdam 21-06-1906 – Amsterdam 08-12-1968 (62) en zijn vrouw Alice CohenAmsterdam 19-01-1907 – Amsterdam 13-06-2003 (96) uit de Watteaustraat slaagden er in 1943 in om onder te duiken en om na de oorlog weer in het huis aan de Watteaustraat te wonen; Alice woonde er tot in 1990.
Jaap PolakJacob, Zutphen, 06-07-1885 – (VS) 1976 (90 of 91) en Eefje AlexanderEva Eliseba, Amsterdam 16-11-1892 – Sarasota (VS) 05-06-1967 (74) uit Amersfoort vluchtten via Portugal naar de Verenigde Staten; daar voegde hun eveneens gevluchte schoonzus Emilie ParserAmsterdam 1893 – (VS) ? zich bij hen. Ze woonden er in Middletown (NY).E-mail Hans Vles, 8 januari 2016 De jongste zoons Ernst Polak Ernest H., Amersfoort 1921 – (VS) 1954 (33) en Bernard Polak(in de VS Bernie genoemd), Amersfoort – Englewood (VS) 07-12-2012 (95) waren door hun ouders al in 1939 naar New York gestuurd, waar Frits PolakFrits (Fred) Johan Jacob, Amersfoort ? – 05-09-1954 vliegtuigongeluk met KLM Triton boven Ierland al werkte sinds het overlijden van zijn grootvader Henri Polak. De drie broers slaagden er in om de fabriek vanaf 1948 vanuit Amerika voort te zetten, maar twee van hen verongelukten korte tijd later: Fred kwam om bij een ongeluk met een lijnvlucht van Amsterdam naar New York, Ernst verongelukte door een lawine.E-mail Hans Vles, 8 januari 2016
Joseph de Leeuw,Noordwijk 15-12-1872 – Theresienstadt (D) 17-10-1944 (71)directeur van Metz & Co, stierf in Theresienstadt, evenals Jaap Jessurun de Mesquita,Jacob, Amsterdam ? – Theresienstadt (D) ? die kunstgeschiedenis studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn ouders Samuel Jessurun de MesquitaAmsterdam 06-06-1868 – Auschwitz (D) 11-02-1944 (75)en Betsie PinedoElisabeth, Amsterdam 12-03-1874 – Auschwitz (D) 11-02-1944 (59) kwamen om in Auschwitz. Lange tijd is aangenomen dat Jessurun de Mesquita de schilderingen in het Meisjeslyceum aan de Reijnier Vinkeleskade had gemaakt. Ook Hijman de JongHijman Louis, Amsterdam 01-01-1882 – Auschwitz (D) 30-10-1944 (62) met wie Grimmon aan de Montessorischool werkte, en zijn zoon Simon de JongAmsterdam 26-12-1919 – Auschwitz (D) 28-12-1943 (25) kwamen in Auschwitz om het leven.
Jacob BaarsJacobus, Amsterdam 25-04-1886 – Amsterdam 01-11-1956 (70) had met Grimmon aan de Israëlitische Ziekenhuizen gewerkt; in 1934 bezochten ze samen het grootse jubileumfeest van het Apeldoornsche Bosch waar Baars het Joodse kinderhuis Achisomog had ontworpen. Op 21 januari 1943 werden 1.023 geestelijk gehandicapte Joodse kinderen en hun verplegers door de nazi’s gedeporteerd, ze stierven in Auschwitz. Baars dook onder in Friesland, hij overleefde de oorlog.
De grootouders van Grimmons schoondochter Jetty, Isaac GoudsmitDen Haag 11-02-1873 – Auschwitz (D) 11-02-1943 (70) en Marianne GompersAmsterdam 25-07-1872 – Auschwitz (D) 11-02-1943 (71) kwamen in 1943 in Auschwitz om; haar ouders Rachel GoudsmitRachel Rosemary (Ro), Den Haag 23-11-1898 – New York (VS) 22-03-2003 (104) en Henri WoudhuysenAmsterdam 21-07-1890 – New York (VS) 14-05-1977 (86) vluchtten vanuit Brussel, via Frankrijk en Portugal, naar New York.
© Archief Grimmon