Luik
De familie van Ad Grimmon – en daarmee de mijne – is afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden. Daar trouwden Catherine Pica en Erasme de Grimon op 16 juli 1617 in Lives-sur-Meuse.Catherine Pica is niet – zoals eerder geopperd – afkomstig uit Grimbergen. Genealogisch onderzoek naar de familie Pica in de streek van Grimbergen, dat wordt verricht door Pierre Bos, wijst uit dat in de Luikse parochieregisters verschillende families met de namen Pica en Picka voorkomen en meer bepaald de naam Catherine Pica. Volgens Bos betrof de Catherine Pica die met Erasme de Grimon trouwde, de dochter van Jean of Joannes Pica en Catherine x, die op 20-06-1595 werd gedoopt te Luik, met doopgetuigen Jean Pica, Thossano d’Heur en Barbara de Bossut. E-mails Pierre Bos d.d. 29 en 30 maart 2023. Bij het huwelijk met Erasme de Grimon,16 juli 1617 in Lives-sur-Meuse, getuigden Jean Pica, Francois Madou en Charles Philippe de Wassrunas. Website Rijksarchief België, met bronvermelding Parochieregisters dorpen rond Namen, geraadpleegd 1 april 2023.
Erasme de Grimon komt in de archieven ook voor als Raes, de Grimon, de Grimond, de Grimont, Cremon. Zijn afkomst is onbekend. Hij overleed voor 1647. Zij vestigden zich in een huis aan de Rue des Frères Croisiers in Luik. Ze waren niet onbemiddeld en bezaten ook andere opstallen in de stad. Hun zoon Louys Grimont
Ludovicus, Louijs, Lovijs, Louuys, Lowijs, Louwies Grymon, de Grimond, de Gremon, gedoopt Luik 28-05-1618 – Utrecht 16-05-1687 (68) trouwde er in 1646 met Cornelia Dierna; ook zij was afkomstig uit Luik.
Nelleken Dierenard, Alaid Diernawe, Luik, geboren voor 1630 – Utrecht 29-04-1687. Huwelijk 21 juli 1646, Adelbert Parochie, Luik. Dochter van Gerard Dierna, Dyerna Diernawe, die goederen bezat in het het land van Luik, overleden Maaseik, Belgisch Limburg, 8 augustus 1673
Van Luik naar Utrecht
Louys en Cornelia behoorden tot de calvinistische Waalse Kerk en daarmee mogelijk tot de protestanten die in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) naar de Noordelijke Nederlanden vluchtten voor de katholieke Spanjaarden. Enkele maanden na hun huwelijk vertrokken ook Louys en Cornelia naar het noorden en vestigden zich in Utrecht. Daar werd hun zoon Lodewijk Grimont gedooptLouys, Grymon, de Grimond, gedoopt Utrecht 04-07-1647 – Deventer 05-10-1719 (72) – op dezelfde dag dat Louys een huurovereenkomst tekende met zijdelakenkoper Andries van Wouw, voor het huis genaamd ‘De Wilde Zee’ aan de Korte Sint Jansstraat. Hij begon er, als suikerbakker, een banketbakkerij. Hij wilde poorter worden, de status waarmee hij burgerrechten in Utrecht zou verwerven. Wie hiervoor in aanmerking wilde komen moest een eed afleggen en een geldbedrag betalen om aan te tonen dat in het eigen onderhoud kon worden voorzien.
Twee maanden na de geboorte van Lodewijk en de vestiging van de banketbakkerij verkocht Catherine Pica het woonhuis in Luik aan Henry Jamar.Utrechts Archief, Akte 275, 14-06-1647. Haar echtgenoot Erasme was inmiddels overleden; hun zoon Louys gaf de voor de verkoop benodigde toestemming. Wellicht bood de verkoop van het huis in Luik hem de mogelijkheid om een bestaan in Utrecht op te bouwen.
Utrechts Archief, Akte 148, 07-04-1647. In 1652, vijf jaar nadat hij zich hier had gevestigd, verkreeg hij – en met hem zijn vrouw Cornelia en hun (inmiddels twee) zoons Lodewijk en Gerrit – het poorterschap.
Een deel van de Luikse bezittingen van Louys’s ouders moet zijn behouden. Nog jaren na de dood van haar oma Catherine inde zijn dochter Cornelia,Utrecht, gedoopt 28-11-1658 – Utrecht 09-05-1718 (59) vanuit Utrecht de huur van deze panden. Zij was daartoe gemachtigd door haar broer Lodewijk, die op zijn beurt en als ‘enige zoon en universeel erfgenaam’ zijn moeder had vertegenwoordigd.
Akte 04-06-1647, notaris H. Ruysch. In akte13-03-1657, notaris P. Lieffs, Utrecht wordt vermeld dat Catherine Pica via haar advocaat genaamd Randach, beide wonende binnen Luijck, door haar zoon Louwies Grimon aangesteld wordt als mede-lasthebber en gemachtigde om rechtmatige verrichtingen te doen.
Van Utrecht naar Deventer
Lodewijk vestigde zich na zijn huwelijk met Anneke Weybels in Deventer.02-02-1671, Delden Daar handelde hij vanuit zijn winkel in het pand ‘Den Golden Arent’ aan de Waterstraat in VOC goederen. Hij trouwde viermaal; zijn echtgenotes, allen twintigers, overleden allen voor hun 30ste levensjaar. Uit het derde huwelijk, met Bernardina Wijghers
Bernardina Catrina, Vriezenveen 1650 – 16-03-1679 Deventer (29) uit Vriezenveen, werd Hendrik Grimont
Hendrickus Walter, Henrik Wolter, Henricus, Henri, Deventer 1675 – Deventer 11-05-1746 (71), begraven in de Lebuinuskerk te Deventer geboren.
Hendrik en zijn echtgenote Fenna ten BrinkFenna Marijken, Delden 1677 – 18 mei 1733 (56) waren de eersten van de Waals-gereformeerde familie Grimmon die hun kinderen Rooms-katholiek zouden laten dopen.
Vanuit de Zuidelijke Nederlanden was de familie Grimmon lid van de Waals Gereformeerde Kerk. Louys was in Luik gedoopt; Lodewijk werd in 1661 gedoopt in de Waalse Kerk van Utrecht. Daarna is nog niet alles duidelijk. Hendrik en Bernardina lieten hun kinderen Rooms-Katholiek dopen. Na de fusie van de Waals Gereformeerde en de Nederlands Hervormde Kerk in 1816 is de familie Grimmon in de archieven geregistreerd als Nederlands Hervormd. In Amsterdam zijn enkele familieleden begraven in de gereformeerde Oude Kerk, in de Voetboog- of Sint Joriskapel. Gerard Grimmon jr. en Judica Faij lieten hun kinderen dopen in de katholieke schuilkerk t Haantje, nu Museum Ons Lieve Heer op Solder, aan de Oudezijds Voorburgwal; Judica werd dan weer begraven in de gereformeerde Oude Kerk.
Van Deventer naar Amsterdam
Vanaf Gerard Grimmon,Gerardus, Gradus, Deventer 1715 – Amsterdam 15-09-1783 (58) zoon van Hendrik Grimont en Fenna ten Brink,
Fenna Fenne, Margarete Marijken, 1677 – Deventer 18-05-1733 (56) is de familie geregistreerd onder de naam Grimmon. Gerard vertrok voor het jaar 1750 naar Amsterdam. Daar kocht hij in 1757 twee huizen en erven onder een dak op de hoek Nieuwebrug over Het Zeerecht aan de Prins Hendrikkade, in 1776 huis ‘De Wildeman’ met erf op de hoek van de Nieuwebrugsteeg, in 1778 een ander huis met erf aan de Nieuwebrugsteeg (zuidzijde) en in 1787 tenslotte een huis en erf voorbij de Leliegracht aan de westzijde van de Keizersgracht. Daar zou zijn derde echtgenote Alida Meijboom
Alida, helft van een tweeling, doop Mozes en Aaron, Amsterdam 23-02-1723 – begraven Oude Kerk, Amsterdam 26-01-1788 (65), huwelijk met Gerard Grimmon 29-10-1756 na zijn overlijden en totdat zij er zelf overleed, blijven wonen.
Hun zoon Gerard Grimmon jr.Gerardus Joannes, Amsterdam 05-05-1764 – Nieuwendam 30-09-1815 (51) werd wijnkoper/distillateur (stoker) aan Oude Looiersstraat. Ook voer hij als beurtschipper over de Zuiderzee. De ‘cajuit van de beurt-schepen’, die alle avonden op de lijndienst Amsterdam-Lemmer (in Friesland) voeren, werd vanaf 1 juni 1765 aan Gerard Grimmon verhuurd. De veersteiger lag aan de Oude Teertuinen (nu Prins Hendrikkade), ten oosten van de Nieuwe Brug bij het Damrak, waar later de Nicolaaskerk is gebouwd.
Amsterdamsche Courant, 23 mei 1765 en 8 november 1766Het was er een drukte van belang; het havenfront naar het IJ was nog open en talloze veerdiensten van de beurtvaart kwamen en gingen hier vandaan over de Zuiderzee van en naar het achterland.
Nakomelingen van Gerard Grimmon jr. en zijn Haagse vrouw Judica FaijJudica Johanna, 1773 t Hage, 28-12-1797 overleden in het kraambed, begraven in de Oude Kerk, Amsterdam (24) wonen sindsdien onafgebroken in Amsterdam.
Overgrootouders
Piet Grimmon,Petrus Johannes Gerardus, Amsterdam 30-05-1824 – Amsterdam 20-10-1888 (64) kleinzoon van Gerard Grimmon en Judica Faij, werd geboren aan de ‘onder voorkamer’ van de Romeinsarmsteeg 11, een straatje tussen de Herengracht en het Singel. Later woonde hij aan de Reestraat en de Rapenburgergracht 30, waarna hij terugkeerde naar de Romeinsarmsteeg, nu op nummer 8, vervolgens op nummer 37.
Piet trouwde op 28 juli 1852 met Geertruida Husman;Amsterdam 08-04-1828 – Amsterdam 08-07-1908 (78) ze werden de overgrootouders van Ad Grimmon – en mijn betovergrootouders.
Piet Grimmon was zijn hele werkzame leven boedelschikker bij Van Vlijmen Heukensfeldt, het nog steeds bestaande Veilinggebouw De Zwaan voor kunst en antiek aan de Keizersgracht 474.De Tijd, 24 oktober 1888Geertruida Husman was dienstbode. Koninklijk Hoffotograaf Albert Greiner
Neustadt (D) 06-08-1833 – Amsterdam † na 1915 maakte in 1887 een portretfoto van hen in de fotostudio die hij recent had geopend aan het Damrak 24. Mogelijk is deze foto gemaakt ter gelegenheid van Grimmons veertigjarige jubileum bij het veilinghuis. Hij dankte zijn werkgever voor een mooi (foto?)cadeau via een advertentie het Algemeen Handelsblad.
Algemeen Handelsblad, 6 april 1887 Over het jubileum werd ook door Van Vlijmen Heukensfeldt en de kinderen van Grimmon geadverteerd; behalve in het Algemeen Handelsblad in godsdienstig en staatkundig dagblad De Tijd. De familie plaatste vaker familieberichten in deze kranten.
Ze hadden acht kinderen, van wie een aantal een aanzienlijke carrière opbouwde.
Grootouders
Mijn overgrootvader Piet GrimmonPetrus Hendricus Antonius Willibrordus, Amsterdam 03-01-1854 – Amsterdam 1923 (69) was de oudste. Hij werd sigarenkeurmeester bij de grote Amsterdams-Joodse Tabakshandel W. Lehmann aan de Warmoesstraat 176 en trouwde op 28 mei 1883 met Maria Everling.
Maria Bernardina Petronella, Amsterdam 16-07-1857 – Amsterdam 26-08-1937 (66) Ze woonden aan de Korte Korsjespoortsteeg bij de Dominicuskerk, die hier juist in die tijd werd gebouwd. De kerk was ontworpen door Pierre Cuypers.
Petrus Josephus Hubertus, Roermond 16-05-1827 – Roermond 03-03-1921 (93) Piet Grimmon was één van de oprichters van Assumptio, de Coöperatieve Vereniging voor Productie en Consumptie, die in 1901 door 28 Amsterdamse ambachtslieden werd opgericht.
Gerard GrimmonGerardus Johannes Anthonius, Amsterdam 28-06-1859 – Heemstede 30-11-1930 (71) zou één van de vijf oprichters van de N.V. Het Nederlandsche Veem worden. Hij verhuisde met zijn vrouw Anna Ruhé
Anna Maria, Nieuwer-Amstel 31-05-1865 – 05-02-1947 (81) naar Rotterdam, waar hij directeur van de Rotterdamse vestiging van de vennootschap werd. Na pensionering verhuisde de familie naar Heemstede. Joop Grimmon
Joseph Petrus Maria, Amsterdam 28-09-1863 – ?vertrok op jeugdige leeftijd naar Alkmaar. Hij werd een bekende kok. Bij de Internationale Bakkerijtentoonstelling die in 1906 plaatsvond aan het Leidseplein in Amsterdam won hij een zilveren medaille voor zijn koude vleesschotel.
Algemeen Handelsblad, 6 juli 1906
Er waren drie zussen, Christina,Christina Johanna Geertruida, Amsterdam 05-09-1855 – ? Maria
Maria Christina Antonia, Amsterdam 26-10-1869 – Zevenbergen 09-04-1907 (37) en Berdina Grimmon.
Berdina Johanna Gerarda, Amsterdam 16-07-1873 – Amsterdam 28-09-1930 (57) Christina trouwde met een timmerman, Berdina met een horlogemaker, Maria werd kloosterzuster (overste) in Helvoirt.
Over Frans GrimmonFransiscus Josephus Johannes, Amsterdam 26-10-1861 – Loosdrecht? 19-01-1945 (74) is geen informatie bekend.
Egbert GrimmonEgbertus Jacobus Joseph, Amsterdam 30-04-1857 – Hilversum 23-02-1933 (75) zou de vader van Ad Grimmon worden.
Ouders
Egbert Grimmon begon als timmerman.‘Stadsarchief Amsterdam BRB00004000261 Van zijn vrouw Dorothea Beckers
Dorothea Maria Simonetta, Amsterdam 16-05-1861 – Hilversum 03-11-1943 (82) is geen beroep bekend. Op 10 augustus 1898 (41 jaar) werd Bert Grimmon Opzichter Gemeentelijke Gasfabrieken bij de gemeente Amsterdam; op 1 juli 1911 (54 jaar) controleur bij de klachtendienst van de gemeente.
Stadsarchief Amsterdam DGVC00024000172 Hij moet een goed inkomen hebben gehad; al rond de eeuwwisseling hadden drie van de vijf kinderen vakopleidingen gevolgd. Hiernaast deed hij, kennelijk ook niet onverdienstelijk, aan huisvlijt: zijn model-stoomboot werd onder nummer 1811 opgenomen in de grote Tentoonstelling van Amsterdamsche Handvlijt in Huis, School en Werkplaats, die in 1909 plaatsvond in het Stedelijk Museum Amsterdam.
Catalogus gelijknamige tentoonstelling 25 mei tot 27 juni 1909, pag 21
Toen Ad en Piet op 28 september 1883 werden geboren woonden Egbert en Dorothea Grimmon-Beckers aan de Lauriergracht 23 in Amsterdam. Het pand is nu een RijksmonumentRijksmonument nr. 3204 en ziet er prachtig uit, maar de laatste decennia van de negentiende eeuw was de verkrotting in de stad enorm. De industriële revolutie trok veel mensen naar de steden met woningnood en speculatiebouw als gevolg. In de laatste jaren van de 19e eeuw kon de familie Grimmon telkens een tijdje terecht in panden die zouden worden gesloopt of verbouwd. Toen Ad Grimmon op zijn 25e het ouderlijk huis verliet had hij op twaalf verschillende adressen gewoond.
Op 28 april 1916 verlieten Egbert en Dorothea Grimmon-Beckers Amsterdam. Ze verhuisden naar een nieuw, vrijstaand huis met twee verdiepingen en een erker aan de Ruitersweg 8 in Hilversum, dat een belangrijke rol zou gaan spelen in de familie. Egbert Grimmon ging op 1 juli 1922 (65 jaar) met pensioen en ontving tot zijn dood in 1933 een pensioenbedrag van fl. 1.060, aangevuld met fl. 490, totaal fl. 1.550 per jaar – dat zou in 2015 een bedrag zijn met een waarde van ruim € 24.000.Waarde van de gulden, IISG Dorothea Beckers overleed tien jaar later in het huis aan de Ruitersweg. Het bestaat nog en ligt verscholen tussen grote bouwblokken uit recenter tijd.
Broers en zus
De tweelingbroers Ad Grimmon en Piet GrimmonPetrus Egbertus Gerardus, Amsterdam 28-09-1883 – Haarlem 07-06-1945 (61) werden allebei technisch tekenaar. Ad zou (interieur)architect worden, Piet werd elektrotechnisch ingenieur. Hij specialiseerde zich in de moderne autobranche, importeerde innovatieve rembekledingssystemen van het wereldberoemde merk Ferodo, naast nieuwe materialen zoals perspex en asbest, dat gebruikt werd in de auto-industrie. Piet Grimmon publiceerde regelmatig over technische ontwikkelingen in het tijdschrift De Ingenieur.
Egbert Grimmon jr.Egbertus Petrus Maria Adriën, Amsterdam 02-10-1887 – Hilversum 11-10-1952 (65) werd planter in Nederlands Oost-Indië. Hij reisde met zijn vrouw en kinderen geregeld heen en weer tussen Nederland en Nederlands-Indië. In 1920 werd hij door de Nederlandsche Rubber Maatschappij belast met het beheer van de rubberplantage Soengei Mangkei in Noord-Sumatra.
De Sumatra Post, 29 augustus 1920 In 1932 remigreerde hij naar Nederland en vestigde zich aan de Bandalaan 19 in Apeldoorn, de plaats waar zijn schoonouders woonden. Drie jaar later verhuisde hij naar Beverwijk en in 1936 trok hij (met vrouw en dochter) in bij zijn moeder aan de Ruitersweg 8 in Hilversum; daar zou hij in 1952 overlijden.
Apeldoorn, 8 januari 1932, vervolgens in Beverwijk, op 18 juni 1935, Bevolkingsregister Apeldoorn 1927-1939, deelnr. 16 pag. 22, en vanaf 1936 tot zijn dood in 1952, Adresboek Hilversum 1937
De beide jongste kinderen, Maria en Henri, verhuisden in 1916 met hun ouders mee van Amsterdam naar Hilversum. Maria GrimmonMaria Johanna Dorothea, Amsterdam 09-03-1891 – Hilversum 16-08-1983 (92), niet te verwarren met haar nicht en naamgenote Maria Joanna Dorothea, Amsterdam 06-02-1892 – Amsterdam 05-07-1971 (79) verliet het ouderlijk huis toen ze 30 was en ging, ongetrouwd, aan de Egelantierstraat 157 in Amsterdam wonen.
De Gooische Post, 5 januari 1923, p. 6 Het lijkt erop dat ze dienstbode of huishoudster is geweest, ook al staat ze steeds ‘zonder beroep’ geregistreerd. Gedurende 20 jaar woonde ze telkens een tijd in bij de familie waar ze werkte – meermaals in monumentale villa’s – in Laren of Hilversum, en in de tussenliggende periodes bij haar ouders. Vanaf 1942 woonde ze met vier andere ongehuwden aan de Kruissteeg 32 in Hilversum.
Henri GrimmonPater Henri, Henricus Egbertus Maria, Amsterdam 09-11-1907 – Weert 04-04-1944 (36) werd in 1923 pater in de Congregatie van de Heilige Geest in Weert; zijn eerste H. Mis droeg hij in 1933 op in de grote, neogotische St. Vituskerk in Hilversum,
De Gooische Post, 5 augustus 1933, voorpagina (ontworpen door P. Cuypers) kort nadat zijn vader om de hoek aan de Ruitersweg was overleden. In Weert was pater Grimmon leraar bij het Missiehuis; hij was tevens redacteur van De Bode en Het Missievriendje.
Provinciale Noordbrabantsche en s-Hertogenbossche Courant, 10 juli 1934, p. 6
© Archief Grimmon