In het najaar van 1925 besloot de gemeenteraad van Amsterdam tot uitbreiding van de Universiteits-Vrouwenkliniek van het Wilhelmina Gasthuis op het braakliggende terrein van de Helmersstraat naast de bestaande vrouwenkliniek aan de Marius van Bouwdijk Bastiaansestraat 23. De plannen werden gemaakt en uitgevoerd door Publieke Werken, naar inzicht en aanwijzing van het hoofd van de vrouwenkliniek, prof. dr. A.M.H.J. van Rooij.
Werkkamer professor Van Rooij
De nieuwbouw, die op 6 april 1927 in gebruik genomen werd, bevatte een aantal lokalen voor onderwijs, een grote collegezaal in de vorm van een amfitheater waarin ook operaties moesten kunnen worden uitgevoerd door een groot aantal studenten, een kleiner auditorium dat tevens bestemd was voor onderwijs in operatieve verloskunde en een nieuw museum met een verzameling pathologische preparaten. Op de parterre werden een röntgenafdeling en een laboratorium voor histopathologisch onderzoek ingericht.De Tijd, 7 april 1927 Grimmon ontwierp het interieur en de werkkamer voor prof. Van Rooy.
Klok
Van Rooij werd bij zijn eerste college verrast met feestelijkheden. Daarbij boden zijn assistenten en oud-assistenten hem een klok aan voor zijn werkkamer, ontworpen door architect Ad Grimmon. In het college na zijn dankwoord gaf Van Rooij een overzicht van het Verloskundig Hooger Onderwijs aan het Athenaeum Illustre en de Universiteit van Amsterdam. De klok bevindt zich in de Collectie Meentwijck.
Collegezaal
Het Röntgengebouw met het Pathologisch Anatomisch Laboratorium is een Rijksmonument.Nr. 524817 De Rijksdienst Cultureel Erfgoed beschreef het interieur: “De voormalige, rechthoekige collegezaal op de verdieping, is nog geheel intact en heeft aan drie zijden hoge tribunes met houten opklapbankjes en granito treden. Onder de tribune, aan de kopse kant bevindt zich een ruimte voor de amanuensis, afsluitbaar met een vouwhek. Boven de tribune, op de overloop, bevinden zich houten opbergkasten. Het plafond is een constructie van betonnen balken met daarboven een vlakke plaat met ruiten. Aan de kopse kant, tegenover de tribune, bevinden zich twee nog werkende, krachtige ventilatoren. Meer opbergkasten bevinden zich in de ruimte naast de collegezaal en in de gangen. De röntgenkamers op de begane grond en in de kelder hebben metalen deuren. De trap heeft een ongeverfd houten leuning en een sober versierde trappaal.”
De collegezaal wordt gebruikt als indoor skischool, met het nieuwe adres WG Plein 28.
© Archief Grimmon