Home

Ad Grimmon

Interieurarchitect en kleurmeester (1883 – 1953)
 

Ad Grimmon was een bekend ontwerper in zijn eigen tijd, maar raakte na zijn dood in de vergetelheid totdat een wonderlijke gebeurtenis in 2013 leidde tot dit digitale Archief Grimmon.
Een gevolg daarvan was onder meer dat de gemeente Amsterdam in 2017 besloot om, op voordracht van het Archief Grimmon en vanwege Grimmons verdiensten voor de stad, de Ad Grimmonbrug op Cruquiuseiland naar hem te vernoemen.

Ad (Adriaan Alphonsus Maria) Grimmon werd, met zijn tweelingbroer Piet, op 28 september 1883 geboren aan de Lauriergracht 23 in Amsterdam. Als meubelmaker, (interieur)architect en kleurenspecialist ontwikkelde hij zich vanuit de ambachtelijke traditie van de Amsterdamse School naar het industriële modernisme. Zijn loopbaan besloeg de eerste helft van de 20e eeuw, waarin twee wereldoorlogen plaatsvonden. Hij trouwde tweemaal en kreeg drie kinderen uit zijn eerste huwelijk, van wie hij er twee overleefde. Hij stierf op 1 juni 1953 in Amsterdam, 69 jaar oud.

Grimmon werd opgeleid tot meubelmaker en begon zijn loopbaan als bouwkundig tekenaar bij de architectenbureaus van Mathieu Lauweriks, Ed. Cuypers en Gerrit van Arkel. Vervolgens vertrok hij met architect Barend van den Nieuwen Amstel naar Argentinië. Hij werkte een paar jaar in Buenos Aires, waar zijn tweelingbroer een bedrijf had opgericht. Na terugkomst in Nederland was hij van 1914 tot 1928 werkzaam als Hoofd Afwerking Gebouwen bij de Afdeling Gebouwen van de Dienst der Publieke Werken van de gemeente Amsterdam; hij werd de ‘architect-intérieur’ van de gemeente genoemd. Hij richtte tal van openbare gebouwen in, zoals scholen, universiteitsgebouwen, ziekenhuizen en een politiebureau, bijvoorbeeld het Wilhelmina Gasthuis, de Burgemeesterskamer van het Stadhuis, het ronde Badhuis aan de Andreas Bonnstraat, het Meisjeslyceum aan de Reijnier Vinkeleskade en Stationsgebouw Schiphol. Voor een aantal van deze gebouwen ontwierp hij ook het meubilair, dat hij samen met onder meer meubelfabriek ’t Woonhuys maakte.

Om kleurgebruik te normaliseren voor verschillende materiaaltoepassingen ontwikkelde hij in samenspraak met Wilhelm Ostwald, Nobelprijswinnaar voor chemie uit Riga, een systeem voor kleurharmonisatie. Daartoe interesseerde hij fabrikanten zoals De Porceleyne Fles, Rath en Doodeheefver, Talens & Zoon, Linoleumfabriek Krommenie en Glasfabriek Leerdam. Hij paste het systeem toe in de Trouwkamer van het Stadhuis van Amsterdam en richtte het tijdschrift Verf en Kleur op. Als ‘architect-intérieur’ van Amsterdam ontwierp hij de inrichting van tentoonstellingen die plaatsvonden in het Stedelijk Museum, het Paleis voor Volksvlijt, het Panoramagebouw en het Koloniaal Instituut. Met Maria Montessori maakte hij een ontwerp voor de ideale Montessorischool.

In 1915 had Grimmon, vanuit de Dienst Publieke Werken van de gemeente Amsterdam, voor het eerst een geheel gebouw ontworpen: de school aan de Nieuwe Teertuinen. Nadien richtte hij zich vooral op interieur- en meubelontwerp, totdat hij in 1928 zijn eerste particuliere architectuuropdracht kreeg voor de Villa Weil in Tilburg. Na beëindiging van de samenwerking met de gemeente Amsterdam richtte zijn eigen architectenbureau op. Van daaruit verkreeg hij  interieuropdrachten van onder meer de gemeente Enschede voor het nieuwe stadhuis aldaar, van het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis, het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht en het Nederlands Israëlitisch Armbestuur in Amsterdam, en voor een paviljoen van het Apeldoornsche Bosch.

Grimmon was goed op de hoogte met internationale ontwikkelingen, werd een fan van Bauhaus en zette de modernistische koers in zijn werk door. Onder de naam Bouw.Vorm Meubelen Grimmon ontwierp hij houten seriemeubilair voor UMS Pastoe; in een volgende reeks voor UMS HOPMI paste hij glas en stalen buis toe. Hij exposeerde de meubels bij Arti et Amicitiae; ze stonden in het landhuis van UMS directeur Dirk Braakman en in de Amersfoortse Villa Grasheuvel die hij inrichtte voor Jaap Polak, directeur van Polak Frutal Works. Voor diens fabriek ontwierp hij een nieuw kantoorgebouw.
Hiernaast maakte hij winkelinterieurs voor Liberty Metz, Hirsch, De Bijenkorf en boekhandel Allert de Lange in Amsterdam, en richtte hij modelwoningen in Amsterdam-Zuid in. Tenslotte was hij verantwoordelijk voor het interieurontwerp van het DeLaMarTheater in Amsterdam. Een aantal gebouwen waar Grimmon (in)direct bij was betrokken is aangewezen als Rijksmonument.

© Archief Grimmon / Cilly Jansen

Print Friendly, PDF & Email