Kunstnijverheid en volkskunst

Naast zijn parttime werk voor de gemeente Amsterdam bleef Grimmon, als zzp-er, meubelmaker. In 1918 nam hij deel aan de grote tentoonstelling van de Zuid-Hollandsche Vereeniging tot Bevordering van Kunstnijverheid en Volkskunst, die plaatsvond in de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen aan de Coolvest (de huidige Coolsingel) in Rotterdam. In totaal 257 ontwerpers, onder wie Hildo KropinfoHildebrand Lucien, Steenwijk 1884 – Amsterdam 20-08-1970 (86) en Karel de Bazel,infoKarel Petrus Cornelis, (Den) Helder 14-02-1869 – Amsterdam 28-11-1923 (54) stuurden werk in.

Verwarring
In de catalogus van de tentoonstelling staat dat “J. Grimmon-Brondgeest”, elders “Riek van der Grimmon” genoemd, “waarschijnlijk werk instuurde omdat haar man, interieur- en meubelontwerper, toen tot de inzenders behoorde”.infoZuid-Hollandsche Vereeniging tot Bevordering van Kunstnijverheid en Volksvlijt (1918), p. 17 Wellicht hierop gebaseerd, wordt Grimmon’s echtgenote Toos Grimmon-Brondgeest in latere publicaties geregeld “handwerkster” genoemd.infoo.a. Groot (2007) Toos zou inderdaad een inzending voor de tentoonstelling doen vanwege de betrokkenheid van Ad Grimmon. De namen “J. Grimmon-Brondgeest”, “Riek” en “van der Grimmon” zijn onjuist in de catalogus vermeld en hebben wellicht geleid tot verwarring in latere publicaties. Toos is nooit handwerkster geweest; beroepsmatig was zij journaliste en vaker dan die ene keer in Rotterdam heeft ze niets tentoongesteld. Er was wel een handwerklerares in de familie met de naam Riek Grimmon, maar zij deed niet mee aan de tentoonstelling.infoCatharina Adriana, Amsterdam 28-12-1889 – Hilversum 21-03-1944 (54), dochter van Ad Grimmon’s oom Joop, getrouwd met Ouwe Hiddes van der Veen

Voorstel voor de inzendingen
Voor deelname aan de tentoonstelling kon men zich aanmelden via een formulier. Eind februari 2018 stuurde Toos Grimmon het ‘biljet’ van haar echtgenoot Ad Grimmon aan de tentoonstellingsorganisatie en verzocht daarbij om een biljet voor haarzelf. Ze beschreef de inzending die ze zelf wilde doen, en die ze graag in dezelfde ruimte geplaatst zou zien als die van haar man.infoBerichten van Toos Grimmon-Brondgeest aan de organisatie van de Zuid-Hollandsche Vereeniging voor Kunstnijverheid en Volkskunst, 20 en 24 februari 1918. Op 10 maart zond hij een herinnering. Brieven in Archief van de Vereeniging Ad Grimmon moet grote verwachtingen van de tentoonstelling hebben gehad. Hij wilde geen bestaand werk insturen, maar iets nieuws exposeren. In maart stuurde hij een schets van zijn voorstel in, vroeg om akkoord hiermee en wilde weten wanneer hij “de zaal (zalen)” zou kunnen bekijken. Ook wees hij nog eens op het verzoek van zijn vrouw omdat “het kussen en het laken van het tafelkleed” dat zij wilde inzenden was toegepast in het interieurontwerp dat hij zelf zou willen tonen. Omdat een reactie uitbleef zond Grimmon een herhaald verzoek aan de Vereeniging om akkoord met zijn voorstel.infoBerichten van Ad Grimmon aan de secretaris van de Zuid-Hollandsche Vereeniging voor Kunstnijverheid en Volkskunst, 3 en 10 maart 1918Op 10 maart zond hij een herinnering. Brieven in Archief van de Vereeniging

Gedesinfecteerd briefpapier
De tentoonstelling zou zes weken later openen en Grimmon had tijd nodig om zijn inzending te maken. En dus sprak Toos Grimmon, weer een week later, haar professionele netwerk aan. Ze stuurde een brief aan collega-journaliste Elis Rogge, oprichter van het tijdschrift De Vrouw en haar Huis en lid van de omvangrijke commissie van toelating voor de tentoonstelling.infoNederlandsche Ambachts- en Nijverheidskunst, Jaarboek 1919, p. 62 Toos Grimmon schreef haar brief vanuit de ziekenbarak aan de Heidelaan 50 in Bussum, waar ze verbleef omdat ze was getroffen door “diphterie”. Ze was reeds aan de beterende hand maar ergerde zich aan de vertraging die ze door de pandemie opliep, ze wilde haar inzending tijdig afmaken. Ze excuseerde zich bij Rogge voor het feit dat ze met potlood schreef en voor het papier, dat was gedesinfecteerd en daardoor mogelijk plakkerig geworden. Ze drong nogmaals aan op een reactie.

Fotografische opnemingen
Uit de brief kan worden opgemaakt hoe Grimmon zijn inzending voor zich zag; die zou bestaan uit “een serie van fotografische opnemingen van een interieur van een door hem ingericht herenhuis in Amsterdam”. Dit huis moet het woonhuis van de familie Konijn aan de De Lairessestraat 39 zijn geweest, waarvoor Grimmon in 1916 het interieur had ontworpen. Zelf breidde Toos haar eerdere voorstel uit tot het exposeren van “monsters van een en ander bij de interieurs toegepast, zoals een gedeelte van de wandbetimmering, een gedeelte van het vloerkleed, een stuk glas-in-loodraam, een stuk parketvloer, een stuk rubbervloer, monsters van passementswerk, enz.”infoBrief van Toos Brondgeest aan Elis. M. Rogge, Koninginneweg 96, Haarlem, 24 maart 1918, brieven in Archief van de Zuid-Hollandsche Vereeniging tot Bevordering van Kunstnijverheid en Volksvlijt

Styling
De hoop van Ad en Toos Grimmon om hun voorstellen uit te voeren was tevergeefs. In het inrichtingsplan van architect Dirk Roosenburg was voor slechts enkele ontwerpers een zaaltje gereserveerd, maar niet voor Grimmon. Uiteindelijk was er alleen een eerder door hem ontworpen houten kastje te zien.
Nu de foto’s van het Amsterdamse interieur niet werden geëxposeerd was ook het idee van Toos Grimmon, om monsters van aldaar toegepaste materialen te tonen, niet meer relevant. Haar inzending bleef beperkt tot enkele objecten die een sfeer verbeeldden; de bijdrage zou nu als styling kunnen worden getypeerd. De inzending bestond uit “1 bontstel,infoEen bij elkaar horend stel van halsbont, mof en pelsmuts 1 kussen, 1 paar luxe klompjes en 1 blauw zijden schilderijkoord”.infoCat. tent Rotterdam 1918, p.17
De tentoonstelling, waarvoor 257 inzendingen werden gedaan, werd geopend aan de vooravond van de uitbraak van de Spaanse Griep in Nederland; de eerste besmettingen waren al geconstateerd. Of Toos Grimmon voldoende was opgeknapt om bij de opening aanwezig te zijn is niet bekend. Degenen die de Spaanse Griep kregen zouden worden opgevangen in ziekenbarakken zoals die in Bussum – toen nog behorend bij Laren. Hier waren onder meer vijf van de zeven postbodes die de gemeente rijk was, besmet geraakt.infoHistorische Kring Laren

Duitse industrialisatie
Veel van de inzenders voor de Rotterdamse tentoonstelling waren lid van de Vereeniging van Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK), vakbond van vooruitstrevende ondernemers die culturele vernieuwing nastreefden. Daarmee volgden ze de Britse Arts and Crafts Movement, met John RuskininfoLonden (VK) 08-02-1819 – Coniston, Lancashire (VK) 20-01-1900 (80) en William MorrisinfoWalthamstow, Waltham Forest (VK) 24-03-1834 – Londen (VK) 03-10-1896 (52) als invloedrijkste betrokkenen.
Frederike Huygen zette uiteen hoe Nederlandse ontwerpers die voor de Eerste Wereldoorlog naar Duitsland gingen, daar tot hun grote verrassing toen al werden geconfronteerd met een ver gevorderde industrialisatiepraktijk en met de Deutsche Werkbund, waarin niet alleen ontwerpers, maar ook industriëlen vertegenwoordigd waren.infoHuygen (2011)

Schoonheid
In 1918 besprak criticus en kunstenaar Reinier de VriesinfoReinier Willem Petrus, Amsterdam 03-03-1878 – Hilversum 27-05-1952 (74) de Rotterdamse Tentoonstelling van Kunstnijverheid en van Volksvlijt in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift.infoDe Vries (1918) Hij noemde de ingezonden werken sprankelend, maar vond ook dat ze geen goed beeld gaven van de Nederlandse kunstnijverheid: er was “teveel sprake van zeer ongebonden ornamentiek onder invloed van Duitse en Oostenrijkse ontwikkeling.” De invloeden van de Oostenrijkse productiegemeenschap Wiener Werkstätte en industriële productie zouden ten koste van schoonheid gaan. “De namen van velen, hier wel aanwezig, zullen de volgende week vergeten zijn,” schreef De Vries.

Jaarbeurs Kunstnijverheid
Een jaar later, in 1919, nam Grimmon met tal van kunstenaars en ontwerpers deel aan de Jaarbeurs voor Kunstnijverheid die gedurende de maand november plaatsvond in het Stedelijk Museum. De tentoonstelling werd georganiseerd door de Maatschappij voor Beeldende Kunsten, gevestigd aan de Herengracht 495 in Amsterdam. Grimmon zond foto’s in van zijn meubelontwerpen.infoJaarbeurs voor Kunstnijverheid Anno 1919 (1919)

© Archief Grimmon

 

Print Friendly, PDF & Email