Pandemie in 1918

De Covid-19 pandemie wordt geregeld vergeleken met de pandemie van een eeuw geleden, die van de Spaanse Griep. De eerste berichten over een vreemde ziekte in Spanje bereikten Nederland in mei 1918. Eén op de drie Spanjaarden, onder wie de Spaanse koning, werd plotseling ziek. “Dat de toen nog goedaardige ziekte een half jaar later zou uitgroeien tot een epidemie die zich over grote delen van de wereld zou uitbreiden was niet te voorzien”, meldt de Historische Kring Laren in een beschrijving over de Spaanse Griep in het Gooi.
De griep zou echter niet uit Spanje afkomstig zijn, maar had Europa bereikt via grootschalige troepentransporten uit de Verenigde Staten tijdens de Eerste Wereldoorlog.infoIvo van de Wijdeven, Historisch Nieuwsblad, 14 april 2020 Het virus bereikte Nederland waarschijnlijk via de vele oorlogsvluchtelingen die vanuit Duitsland naar Nederland kwamen.
De Spaanse Griep veroorzaakte grote maatschappelijke ontwrichting. “In tegenstelling tot nu in de coronacrisis keek de regering slechts toe vanaf de zijlijn. Het was aan lokale bestuurders, artsen en verpleegsters om het op te nemen tegen een uiterst dodelijke ziekte die het land in zijn greep hield en 38.000 slachtoffers eiste.”infoVan de Wijdeven,14 april 2020
Kennis over virussen was er nog nauwelijks. Wie
besmet was met de Spaanse Griep werd in quarantaine gebracht, zoals in gemeentelijke ziekenbarakken waar mensen met een besmettelijke ziekte werden verpleegd.

Toos Grimmon-Brondgeest verbleef in maart 1918, kort voordat de grieppandemie in Nederland uitbrak, in de gemeentelijke ziekenbarak aan de Heidelaan 50 in Bussum. Ze was anderhalf jaar eerder getrouwd met Ad Grimmon en ze was besmet met ‘diphterie’, een bacteriële ziekte. Vanuit de barak correspondeerde ze met collega-journaliste Elis Rogge, lid van de commissie van toelating voor de grote tentoonstelling van kunstnijverheid en volkskunst die zou plaatsvinden in de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen aan de Coolvest (de huidige Coolsingel) in Rotterdam. Ad Grimmon had een deelnameformulier ontvangen en Toos zou ook zelf graag een inzending voor de tentoonstelling willen doen. Ze schreef haar brief met potlood, op papier dat was gedesinfecteerd in de ziekenbarak.

Architect Dirk Roosenburg ontwierp de inrichting van de tentoonstelling.infoPlattegrond, hierboven, uit het Jaarboek 1919, Nederlandsche Ambachts- en Nijverheidskunst, Rotterdam MCMXIX, W.L.J. Brusse’s Uitgevers-Maatschappij, p. 62 257 ontwerpers stuurden werk in, onder wie Hildo Krop en Karel de Bazel. Ad Grimmon exposeerde er een kastje, Toos Grimmon leverde een bijdrage met enkele accessoires. De tentoonstelling werd geopend op 27 april 1918.

De correspondentie van Ad en Toos Grimmon over de tentoonstelling bevindt zich in het Archief van de Zuid-Hollandsche Vereeniging tot Bevordering van Kunstnijverheid en Volkskunst en werd op 11 juni 2021 door Peter van Dam aangereikt aan het Archief Grimmon. Van Dam doet onderzoek naar de Haagse gemeentearchitect J.J. Gort.

© Archief Grimmon, 20 juni 2021

Print Friendly, PDF & Email