Stationsgebouw Schiphol

De ontwikkeling van Schiphol kwam op gang vanuit KLM in afstemming met het Ministerie van Oorlog en Waterstaat – met name onder leiding van Jan Dellaert,infoUlrich François Marie, Westdorpe 08-08-1893 – Amsterdam 24-08-1960 (67) aanvankelijk stationschef bij KLM, later eerste havenmeester voor de burgerluchtvaart bij de gemeente Amsterdam, tevens rijkshavenmeester, en na WO II directeur van Schiphol. In 1926 nam de gemeente Amsterdam het burgerlijk deel van Schiphol over van de Staat. Daarmee kwam naast de Dienst Handelsinrichting ook de Dienst Publieke Werken van de gemeente in beeld. Bouwkundig ingenieur Albert BoekeninfoAmsterdam 01-03-1891 – Amsterdam 04-05-1951 (60), zo meent het Archief Grimmon te kunnen constateren, en interieurarchitect Ad Grimmon waren vanuit Publieke Werken betrokken bij ontwerp en inrichting van het ‘luchtstation’, het Stationsgebouw Schiphol, dat net voor de Olympische Zomerspelen in 1928 werd opgeleverd.

Lijndiensten
Schiphol begon als militair vliegveld binnen de Stelling van Amsterdam, in de Haarlemmermeer. Na de oprichting van KLM, in 1919, kwamen de lijndiensten in 1920 langzaam op gang; Schiphol werd de landingsplaats van Amsterdam. Voormalige oorlogsvliegtuigen werden na de Eerste Wereldoorlog gebruikt voor het vervoer van passagiers en vracht, en vervolgens ook van post. Schiphol veranderde steeds meer in een burgervliegveld. Ook elders in Nederland was belangstelling voor lijndiensten en het vervoer door de lucht nam snel toe.
Dat gold ook voor de concurrentie. Hoewel de cijfers over 1925 gunstig waren wees Ernst Heldring,infoAmsterdam 21-09-1871 – Amsterdam 29-04-1954 (82) voorzitter van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, er in zijn Nieuwjaarsrede 1926 op “dat andere steden, o.a. Keulen, welks luchthaven in het voorjaar van 1926 voor het internationale verkeer zal worden opengesteld, zich gereedmaken om een deel van het verkeer op te eisen.”infoAlgemeen Handelsblad, 6 januari 1926
De belangrijkste taak van de Nederlandse Luchtvaart was om een Nederlands luchtnet in Europa te scheppen en daarmee Nederlandse belangen te dienen. KLM exploiteerde dit net. Andere doelen waren het tot stand brengen van een luchtverbinding met de Indische Archipel en het scheppen van een geregelde luchtverbinding tussen ‘Europees en Aziatisch Nederland’.infoDe Standaard, 12 september 1928

Gemeentelijke vlieghaven Schiphol
Medio jaren ’20 kwam de gemeente Amsterdam met de Staat medegebruik van het terrein van Schiphol overeen.infoWat de exacte datum van de overeenkomst is, vraagt om verder bronnenonderzoek; in publicaties worden genoemd: eind 1924 (Algemeen Handelsblad, 6 januari 1926), oktober 1925 (Het Vaderland, 26 oktober 1925: De Gemeenteraad van Amsterdam is thans door B. en W. ter goedkeuring aangeboden een ontwerp overeenkomst met het Rijk over het medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Schiphol) en 1926 (KNAW, lemma Dellaert, ontleend aan biografie Dellaert, H.J. Hazewinkel). Afgesproken werd dat de gemeente Schiphol beter zou inrichten en technische verbeteringen zou aanbrengen. Met deze voornemens “is een voldoende behartiging van de eisen van dit verkeer, hetwelk Amsterdam reeds tot een der eerste vlieghavens van Europa heeft gemaakt, verzekerd”, constateerde Heldring.infoAlgemeen Handelsblad, 6 januari 1926
Schiphol vervoerde toen jaarlijks al enkele duizenden passagiers, zowel oudere Europese dames die een internationale treinreis te vermoeiend vonden als vele jonge Amerikaanse vrouwen die per vliegtuig door Europa reisden; over de Gemeente Luchthaven Amsterdam waren zij enthousiast. Schiphol werd een belangrijk overstapstation, met topdrukte aan het einde van het toeristenseizoen in augustus. In 1927 vond de eerste vlucht Amsterdam – Batavia (Jakarta) – Amsterdam succesvol plaats; bij de terugkeer in Amsterdam stonden duizenden mensen op Schiphol.
De bereikbaarheid was nog een tijd problematisch: via een smalle weg, met een slechte brug bij Sloten.infoTubantia, 4 april 1928 Er was ook gedoe over vergunningen voor een buslijn tussen Schiphol en het Leidseplein, waar het kantoor van KLM was gevestigd aan het Kleine Gartmanplantsoen, en over het verlenen van concessies aan taxichauffeurs. De infrastructuur moest worden verbeterd, maar voordat een nieuwe rijksweg kon worden aangelegd moesten nog de nodige onteigeningen plaatsvinden. Een ander probleem was de afhandeling van de douane, ondergebracht in een afgeschut gedeelte van de vliegtuigloods dat hiervoor volstrekt ongeschikt was. Er werd veel geïmproviseerd totdat Schiphol werkelijk gemoderniseerd zou zijn, maar de problemen moesten worden opgelost voordat de Olympiade in 1928 in Amsterdam zou plaatsvinden.infoNieuws van den Dag, 24 augustus 1926

Gebouw voor transito-reizigers
Het gemeentebestuur van Amsterdam ging voortvarend aan de slag en droeg in april 1926 de aankoop voor van de gronden en opstallen van de naast luchtvaarthaven Schiphol gelegen boerderij Kraayveld; in totaal 30 hectare.infoAlgemeen Handelsblad, 28 april 1926 Enkele maanden later kocht Schiphol deze grond van de gemeente om hier een nieuwe loods voor 10 tot 15 vliegtuigen plus een stationsgebouw te bouwen.infoJan Dellaert, Nieuws van den Dag, 24 augustus 1926
Eerder, op 15 december 1925, had de gemeenteraad een krediet van 1.055.000 gulden beschikbaar gesteld voor de nodige uit te voeren werken op Schiphol. Daarbij werd besloten om voorlopig te volstaan met tijdelijke gebouwen en te zijner tijd te voorzien in de bouw van een permanent stationsgebouw. Bij de uitwerking van de plannen bleek dat de beoogde tijdelijke voorzieningen 60.000 gulden meer zouden gaan kosten; een nieuw stationsgebouw zou dan niet veel duurder zijn. Dat was mogelijk voor 165.000 gulden, een bedrag waarvoor binnen het beschikbare budget voldoende ruimte te vinden was. En dus stelde wethouder Haven en Handelsinrichtingen, Jan ter Haar jr.,infoJoannes, Amsterdam 18-08-1868 – Amsterdam 12-10-1941 (73) in september 1926 voor om de besteding van het krediet te herzien ten gunste van het nieuw te bouwen stationsgebouw.infoDe Tijd, 15 september 1926, Gooi- en Eemlander, 14 september 1926 met vermelding van 15 december 1925 als datum voor het kredietbesluit. Zie ook: Luchthaven Schiphol, Gemeente Handelsinrichtingen Amsterdam, Jaarrapport 1926: Bij Raadsbesluit van 25 December 1925 werd aan de dienst der Publieke Werken een krediet van fl. 1.055.000.- toegestaan ter verbetering en verdere inrichting van de luchthaven Schiphol in afwachting van de totstandkoming van het contract tussen Rijk en Gemeente, betreffende het gebruik van Schiphol.
Er werd gedacht aan een flink gebouw, van 66 meter lang, in het verlengde van de bestaande loods. Het moest een comfortabel gebouw worden, met ruimte voor de luchtvaartmaatschappijen, de verkoop van plaatsbewijzen, het verschaffen van inlichtingen, bagageafhandeling, een buffet en een gerieflijk restaurant, tevens wachtkamer voor ‘transito reizigers’, en lokalen voor douane en gemeenteambtenaren. Voor rijksambtenaren van de weerdienst zouden twee lokalen worden ingericht met in één daarvan een vitrine van weerberichten, bedoeld voor zowel piloten als publiek. Ook een verkeerstoren en ambtenaarswoning maakten deel uit van de plannen.
De gemeenteraad was enthousiast over het voorstel, met uitzondering van de communisten: zij stemden tegen omdat ook sprake was van een militair vliegveld.infoNieuws van den Dag 24, augustus 1926, Gooi- en Eemlander, 14 september 1926, Algemeen Handelsblad, 22 september 1926

Gebiedsontwikkeling
In zijn volgende Nieuwjaarsrede, in 1927, blikte Heldring opnieuw terug op de ontwikkelingen op Schiphol. Hij constateerde dat het internationale vliegverkeer was gediend met de verbeteringen van Schiphol sinds de vlieghaven in beheer was gekomen van de gemeente Amsterdam.infoGooi- en Eemlander, 7 januari 1927 Er kwamen meerdere gebouwen tot stand, zoals een nachtverblijf en (alcoholvrije) kantine voor KLM personeel, dat door de gemeente werd gerealiseerd en verhuurd aan KLM.infoHet Volk, 1 maart 1927 Mogelijk waren Boeken en Grimmon hierbij ook betrokken.
De bouw van het Stationsgebouw Schiphol werd door de gemeente Amsterdam aanbesteed op 11 juli 1927. De kantoren van de Gemeentelijke Havenmeester, de berichtendienst van het Departement van Waterstaat en KLM werden tijdelijk ondergebracht in een aanbouw tegen de noordoostelijke gevel van Loods A en zouden later naar het Stationsgebouw verhuizen.infoDe Standaard, 7 juli 1927 en Ronald Dijkstra, Aviodrome Historisch Archief, via e-mail 2 juli 1921 KLM leverde een bijdrage aan de ruimtelijke ontwikkeling met de aanleg van smaakvolle plantsoenen aan waardoor men het terrein niet meer via stoffige sintelwegen op hoefde te rijden; de toegang werd vriendelijker gemaakt met bomen en bloemen.
Op 3 augustus 1927 werd de nachtverlichting op het landingsterrein officieel geopend in aanwezigheid van burgemeester Willem de Vlugt,infoAmsterdam 19-12-1872 – Aerdenhout 10-02-1945 (72) wethouder Jan ter Haar jr., KLM-directeur Albert PlesmaninfoDen Haag 07-09-1889 – Den Haag 31-12-1953 (64) en vertegenwoordigers van het Ministerie van Waterstaat, de Rijks(studie)dienst voor de Luchtvaart, de gemeenteraad en het leger. Na het formele gedeelte mochten de genodigden in kleine groepjes een stukje meevliegen met een rondvlucht om de lichtinstallatie van bovenaf te bekijken.infoDe Standaard, 4 augustus 1927. Ronald Dijkstra, Aviodrome Historisch Archief, spreekt i.p.v. Rijksdienst, van Rijksstudiedienst, correspondentie 21 juli 2021

Luchtvaarttentoonstelling in Kopenhagen
Van 20 augustus tot 2 september 1927 vond de Internationale Luchtvaarttentoonstelling in Kopenhagen plaats. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam en de afdeling Luchtvaart van het ministerie van Waterstaat maakten ieder een eigen inzending en toonden deze in een collectieve stand.
Voorafgaand aan de tentoonstelling, op 12 augustus, organiseerde de Amsterdamse Dienst der Gemeentelijke Handelsinrichtingen een bijeenkomst in het hoofdkantoor aan het Kadijksplein, waarbij de Amsterdamse inzending (foto’s, tekeningen en grafieken) aan de pers werd gepresenteerd. Architect Dekker, verbonden aan Schiphol, had een grote perspectieftekening van de luchthaven gemaakt, in kleurkrijt en met onder meer een tjalk die het Hollandse landschap accentueerde. De heer Wiegmans van de Dienst HI toonde een plattegrond van het hele terrein, met alle gebouwen, en er was een mooie tekening van het nieuwe Stationsgebouw, het ‘hoofdgebouw van het luchtvaartstation’. De bijschriften waren in het Deens vertaald.
“De Amsterdamse inzending zal op de Kopenhaagse tentoonstelling stellig als een der belangwekkendste worden beschouwd,” schreef Het Volk. “Te zien zal zijn, welke enorme vlucht de de luchtvaart in Nederland heeft genomen”.infoHet Volk, 12 augustus 1927; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 12 augustus 1927, Haagsche Courant, 13 augustus 1927

Albert Boeken en Ad Grimmon
De verkeerstoren en bijbehorende gebouwen zijn in 1926 ontworpen door bouwkundig ingenieur Albert Boeken.infoArchief Boeken, Het Nieuwe Instituut, tevens A. de Back (1988) Boeken werkte in de jaren 1919-1926 bij de Gemeentelijke Dienst Publieke Werken op de afdeling Stadsontwikkeling aan de uitbreiding van Amsterdam. Het archief van Boeken is ondergebracht bij Het Nieuwe Instituut in Rotterdam; het is meer dan 22 meter lang. Het bevat een mooie, met de hand getekende plattegrond van het ‘Hauptgebäude Flughafen Schiphol Amsterdam’, misschien Duits getiteld vanwege de tentoonstelling in Kopenhagen. Daarbij was Boeken niet aanwezig, hij was inmiddels niet meer in dienst bij de gemeente Amsterdam. Latere tekeningen, zoals de bestektekening hiernaast, tonen een uitwerking van de tekening uit het Archief Boeken.
Het Stationsgebouw was in april 1928 bijna klaar. Een journalist die op de bouwplaats ging kijken was geïmponeerd door de ruime hal van het gebouw, het vele glas en het daglicht dat ook de ingesloten middengang verlichtte. Hoewel het gebouw fors leek, ontkwam hij niet aan de indruk dat de gehele opzet nu al veel te klein was.infoAlgemeen Handelsblad, 13 april 1928
Het gebouw werd afgewerkt en ingericht door Ad GrimmoninfoSale 2218, Modern and Contemporary Art, Lot 41, Christie’s Amsterdam, 8 december 1993., behalve interieurarchitect ook kleurenspecialist. Hij bepaalde onder meer verfkleuren en tegelwerk voor gemeentelijke gebouwen. Voor de stoffering van het Stationsgebouw Schiphol is bekend dat in overleg met Grimmon werd gekozen voor witte gordijnen met blauwe dwarsband en gebronsd koperen garnituur (roeden e.d.) voor de gemeentekantoren, en crèmekleurige rolgordijnen voor de zuidzijde van de verkeerstoren voor. Op de vloer van de kantoren kwam linoleum op viltpapier. Omdat gestreefd werd naar zowel eenvoud als een zo laag mogelijke prijs had KLM prijsopgaven opgevraagd. De goedkoopste aanbieding werd ontvangen van de firma Meijer, gevestigd aan het Koningsplein.infoBrief 4 mei 1928 nr. 25228 van Luchthaven Schiphol aan de directeur Gemeente Handelsinrichtingen Amsterdam, afbeelding brief door Archief Grimmon ontvangen 20 juli 2021 van Will Porrio, Aviodrome Historisch Archief. De inrichting van het Stationsgebouw was een van de laatste projecten van de gemeente Amsterdam waarbij Grimmon was betrokken.

Olympische Zomerspelen
Het Stationsgebouw werd geopend op 15 juni 1928, juist op tijd voor de Zomerspelen die in juli en augustus zouden plaatsvinden. Het terras op het platte dak zou toegankelijk zijn voor publiek en uitzicht bieden over het vliegveld.infoDe Standaard, 12 augustus 1927, Het Volk, 12 augustus 1927 Aan een publiekstribune was ook behoefte omdat steeds meer mensen op Schiphol kwamen kijken en er dreigden gevaarlijke situaties te ontstaan omdat iedereen maar overal kon rondlopen.infoAlgemeen Handelsblad, 16 augustus 1927 Het dakterras kon echter niet worden gebruikt: ondanks constructieve versterking achtte de Dienst PW het dak niet sterk genoeg om publiek toe te laten.infoAlgemeen Handelsblad, 30 juni 1928 Begin jaren 30 werd het restaurant vergroot, en in 1936 werd een verdieping voor een restaurant toegevoegd, met dan toch een dakterras.

Bombardement
Schiphol werd op 10 mei 1940 gebombardeerd door de Duitsers; de Luftwaffe nam het vliegveld over. Het Stationsgebouw werd niet vernietigd bij het bombardement. De gebouwen waren in mei 1944 nog geheel zichtbaar op luchtfoto’s van Royal Air Force. Pas daarna is het Stationsgebouw vernietigd door geallieerde bombardementen en acties van de Duitse troepen.infoRonald Dijkstra, Aviodrome Historisch Archief, via e-mail 2 juli 2021
Een replica van het Stationsgebouw – het grootste replicagebouw in Nederland – is te zien in het Aviodrome in Lelystad, dat een filmpje van het gebouw op YouTube heeft gezet.

© Archief Grimmon

Print Friendly, PDF & Email