In 2010 ontmoette ik Joke Sickmann in het gebouw van de Wagenwerkplaats in Amersfoort-Noord. Dit gebouw maakte deel uit van een industrieel gebouwencomplex van een eeuw oud dat dienst deed voor de spoorwegen. Vanaf 2000 was het terrein niet meer in gebruik en werd een aantal gebouwen gesloopt. Door de enorme inzet van Joke Sickmann en andere betrokken omwonenden gold dat niet voor alle gebouwen; een aantal kreeg een andere bestemming en de Wagenwerkplaats werd in 2007 zelfs een Rijksmonument. Ook de woningen en het gebied langs het terrein waar de spoorwegarbeiders woonden, zijn opgeknapt.
Eind 2016 stuurde Joke een bericht aan het Archief Grimmon omdat ze op zoek was naar de geschiedenis van het complex Polak Frutal Works in Amersfoort voor een tentoonstelling in het Wijkmuseum over de industrie in het Soesterkwartier. Ze had de website van Ad Grimmon, ontwerper van het kantoor voor PFW, gevonden en ze kende de naam Grimmon uit haar familie. Anna Ruhé, jongste dochter van Joke’s overgrootvader Gerd Heinrich Ruhé, warmoezenier te Nieuwer-Amstel, was indertijd met een Grimmon getrouwd. “De families zullen elkaar wel gekend hebben via de St. Willibrorduskerk aan de Amstel, die ook al weer gesloopt is,” voegde zij er met spijt aan toe. Ergens in een ver verleden ligt er een verwantschap; Joke’s oudtante Anna Ruhé was getrouwd met Gerard Grimmon, een van de oprichters van Het Nederlandsche Veem in Amsterdam en in Rotterdam; broer van mijn betovergrootvader.
Twee weken na het contact met Joke Sickmann werd ik gebeld door Gé Grimmon. Dat was even schrikken omdat ik niet eerder had bedacht dat er natuurlijk ook levende Grimmonnen zijn. Gé Grimmon was op zoek naar familiegegevens uit het verleden. Hij is een achterkleinzoon van Gerard Grimmon, de echtgenoot van Anna Ruhé. Gé Grimmon en Joke Sickmann hebben, via het Archief Grimmon, inmiddels kennis met elkaar gemaakt.
© Archief Grimmon, 10 februari 2016